In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
De longen
deel 1
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Lesdoel
Ik kan benoemen dat mijn ademhalingsstelsel bestaat uit de mond, neus, luchtpijp en longen.
Slide 4 - Tekstslide
Waarom
Onze longen zijn van levensbelang. Ze zorgen ervoor dat we goed kunnen ademen. Met gezonde longen gaat ademhalen vanzelf, waardoor je bijna zou vergeten hoe belangrijk ze zijn.
We vergeten vaak hoe belangrijk de longen zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Waarom
Dankzij de longen krijgt je lichaam elke vier seconden zuurstof. Dat is meer dan twintigduizend keer per dag, of acht miljoen keer per jaar. En dat 24 uur per dag, je hele leven lang. Goed werkende longen zijn dus onmisbaar.
Slide 6 - Tekstslide
Waar kom je longen het tegen?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hoe werkt het?
Slide 12 - Tekstslide
De luchtpijp
De lucht die we inademen, komt via onze mond of neus in de luchtpijp terecht. De luchtpijp is een stevige buis waarin kraakbeenringen zitten, zodat de buis altijd open is.
Slide 13 - Tekstslide
Bronchiën
De luchtpijp splitst zich in twee takken: de bronchiën. Aan de uiteinden van de kleinste bronchiën zitten de longblaasjes.
Slide 14 - Tekstslide
Longblaasjes
De longblaasjes geven de ingeademde zuurstof af aan het bloed. Het bloed brengt de zuurstof naar alle plaatsen in het lichaam.
Slide 15 - Tekstslide
Het is belangrijk dat de longen worden beschermd.
Slide 16 - Tekstslide
Bescherming
De longen zijn zacht en sponsachtig: dat maakt ze erg kwetsbaar. Om ze te beschermen zijn keel, neus en mond bedekt met een slijmvlies. Als we bij het ademen schadelijke stoffen en bacteriën binnenkrijgen, blijven die voor een groot deel kleven aan het slijmvlies.
Slide 17 - Tekstslide
Bescherming
Ook de bronchiën en de longen zelf zijn aan de binnenkant bedekt met een slijmvlies. De zogenaamde trilhaartjes in het longslijmvlies vervoeren het vuil dat er toch is gekomen naar de keel.
Slide 18 - Tekstslide
Bescherming
Slijm in de keel wordt opgehoest of ingeslikt (ingeslikt slijm gaat met de ontlasting naar buiten). Zo proberen de longen zichzelf schoon te houden en irritaties te voorkomen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
De bronchiën
deel 2
Slide 21 - Tekstslide
Ons ademhalingsstelsel bestaat uit de mond, neus, luchtpijp en longen. De luchtpijp is verbonden met de longen, door middel van vertakkingen die we bronchiën noemen. Die bronchiën spelen een belangrijke rol bij onze ademhaling.
Slide 22 - Tekstslide
Lucht die we inademen, gaat via de luchtpijp naar de bronchiën en zo de longen in. De bronchiën vertakken zich in de longen weer verder, steeds kleiner en verder.
Slide 23 - Tekstslide
In elke long vertakken de bronchiën zich eerst vijf keer, daarna splitsen ze zich nog eens negentien keer af (tien keer in de rechterlong en negen keer in de linkerlong).
Slide 24 - Tekstslide
Zo voorzien ze de hele long van ingeademde lucht. Als je de long vergelijkt met een omgekeerde broccoli, is de grote stronk de luchtpijp en zijn de kleinere stronkjes de bronchiën.
Slide 25 - Tekstslide
Aan het einde van de bronchiën liggen de longblaasjes, die ervoor zorgen dat er zuurstof in het bloed komt.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
De bronchiën zijn van binnen bekleed met een slijmvlies en kleine kraakbeenringen. Die zorgen ervoor dat de bronchiën open blijven staan, net als bij de luchtpijp.
Slide 28 - Tekstslide
Glad spierweefsel in de bronchiën zorgt ervoor dat de bronchiën zich ontspannen bij inademing en weer uitstrekken bij uitademing.
Slide 29 - Tekstslide
Het slijmvlies in de bronchiën bevat veel zogenaamde trilhaartjes, die ingeademde stofdeeltjes en bacteriën afvoeren naar de keel. Daar kan het slijm worden ingeslikt of uitgespuugd.
Slide 30 - Tekstslide
Zijn de bronchiën ontstoken, dan begint het slijmvlies met een overproductie van slijm. Dit maakt benauwd en leidt tot hoesten.
Slide 31 - Tekstslide
Longblaasjes
deel 3
Slide 32 - Tekstslide
Lucht die we inademen, gaat via de luchtpijp naar de bronchiën en zo de longen in. De bronchiën vertakken zich in de longen weer verder, steeds kleiner en verder.
Slide 33 - Tekstslide
Aan de uiteinden van de allerkleinste takjes zitten de longblaasjes (alveoli). Het zijn een soort bolvormige zakjes met een zachte wand.
Slide 34 - Tekstslide
In totaal hebben de longblaasjes een oppervlak van zo’n zeventig tot honderd vierkante meter. Dat is bijna zo groot als een half tennisveld.
Slide 35 - Tekstslide
Uitwisseling van gassen
De longblaasjes zorgen voor de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen. Dat doen ze via een netwerk van hele kleine bloedvaatjes, die om de longblaasjes heen liggen.
Slide 36 - Tekstslide
Uitwisseling van gassen
Via deze bloedvaatjes komt de ingeademde zuurstof in het bloed terecht. Het bloed vervoert het zuurstof daarna door het hele lichaam.
Slide 37 - Tekstslide
Uitwisseling van gassen
Het bloed geeft afvalstoffen (koolstofdioxide) terug aan de lucht in de longblaasjes. De koolstofdioxide ademen we vervolgens weer uit.
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Gezonde longblaasjes
Zodra ingeademde lucht via de bronchiën de longblaasjes bereikt, dringt het zuurstof uit die lucht door de wanden van de longblaasjes heen. Daar komt het in de bloedvaatjes terecht.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Gezonde longblaasjes
Het is dus belangrijk dat de wanden van de longblaasjes in goede conditie zijn, omdat er anders niet genoeg zuurstof doorheen kan komen.
Slide 42 - Tekstslide
Gezonde longblaasjes
Ook is het belangrijk dat er genoeg longblaasjes aanwezig blijven in de longen. Door te roken en door sommige longziekten gaan steeds meer longblaasjes kapot. Die kunnen zich niet meer herstellen.
Slide 43 - Tekstslide
Zwarte longen
Schadelijke stoffen als roet en stofdeeltjes worden meestal tussen de longblaasjes opgeslagen. Daar blijven de stoffen achter, waardoor de longen van rokers uiteindelijk echt zwart worden.
Slide 44 - Tekstslide
zwarte longen
De schadelijke stoffen hebben tussen de longblaasjes de kans om invloed uit te oefenen op de celwanden van de longblaasjes. Die kunnen zich dan gaan delen op verkeerde manieren, waardoor kanker ontstaat.