Betrekkelijke voornaamwoorden

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Betrekkelijke voornaamwoorden

Goal for this lesson:

-Aan het eind van de les weet ik wanneer ik de betrekkelijke voornaamwoorden who, which en that kan gebruiken.  
- het gebruiken van onregelmatige woorden.

Betrekkelijke voornaamwoorden (who, which and that)

How do we do this?

who/that: als je wilt verwijzen naar personen

The man who visited my birthday is my father.

These boys, who are learning about maths, are students.

Je kunt soms in de plaats van who ook that gebruiken; als er geen komma voor who in de zin staat.

The man that visited my birthday is my father.

How do we do this?

which/that: als je verwijst naar dingen en dieren

This is the car which I bought in 2013.

His wedding, which was fantastic, ended with a big party in their house.

Ook hier kun je which veranderen in that; alleen als er géén komma voor which staat.

This is the car that I bought in 2013.

Whose? 

Van wie? Geeft bezit aan.

Fill in the correct word: It was Peter ....was so nice to me.

1. who
2. which

that

which

who

whom

whose

Fill in the correct word: This is the cat ....followed me home.

1. who
2. which

Fill in the correct word (who, which, that) The police officer, ....wasn't there yesterday, was back.

Welk woord past in de zin?

There’s a tree in the park ( who / that ) is over 100 years old.

1. that
2. who

Welke zin is juist?

1. This is the only goldfish that can do tricks.
2. This is the only goldfish who can do tricks.

Geef het juiste Engelse woord voor het Nederlandse woord tussen haakjes.
Tell me about the boy ( die ) ...... sailed around the world.

1. which
2. who

Welk woord hoort er op de open plek in de zin?

These are the papers ...... you’ll need for the meeting.

1. who
2. which

How did this introduction of this grammar item go?

1. I knew everything!
2. a few mistakes, but overall it went okay
3. I have to practise a little bit more
4. I don't get this at all...

People _____live in cities are sometimes lonely.

This is the pen_____I was looking for.

The old lady_____ is crossing the street lives next to me.

The dog_____cannot bark.

that

which

who

that

which

who

who

that

which

That

which

who

Defining

Non-defining

People

Things

People

Things

who

that

which

that

who

which

Welk betrekkelijk voornaamwoord hoort bij de volgende groepen:

Personen

Dingen

Personen, dieren en dingen

which

that

who

whose

Irregular verbs

onregelmatige werkwoorden in het Engels

verb+ed

irregular verb

climb

have

jump

walk

eat

play

run

 regular verbs

 irregular verbs

swim

walk

drive

cook

give

have

 regular verbs

 irregular verbs

swim

walk

drive

cook

give

have

Regular Verb

Irregular Verb

hurried

bought

thought

shouted

heard

said

Regular verbs

Irregular verbs

lived

drove

walked

bought

read

listened

Onregelmatige werkwoorden

Het Engels heeft regelmatige werkwoorden:

walk - walked

stay - stayed

Maar ook onregelmatige werkwoorden:

go - went

think - thought 

Irregular verb of
zijn
... - ... - ...

Is het volgende Engelse werkwoord regelmatig of onregelmatig:
(to) love (houden van)

1. regelmatig werkwoord
2. onregelmatig werkwoord

Is het volgende Engelse werkwoord regelmatig of onregelmatig:
(to) follow (volgen)

1. regelmatig werkwoord
2. onregelmatig werkwoord

Werkwoorden in het Engels:

er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 

                                                           

                                                  onregelmatige werkwoorden

1

2

IRREGULAR VERBS.

Nederlands	werkwoord	verleden tijd	Voltooid deelwoord
vasthouden
Denken

Regular verbs

Irregular verbs

rise

talk

lose

stick

skip

dance

spend

Uitleg onregelmatige werkwoorden in het Engels

Irregular Verbs:
zijn = .... - .... - ....

Hoe weet ik of een werkwoord onregelmatig is?

1. Dat kun je niet weten
2. Engels heeft geen onregelmatige werkwoorden
3. Omdat ik die uit mijn hoofd geleerd heb.

0

Start of the video

Middle of the video

End of the video