Les 6: Overstromingsgevaar vanuit de zee

Startklaar
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
Uiterwaardvergraving
Aanleg bevengeul
Zomerbed verdieping
Kribverlaging
Rivierbedverruiming
Obstakelverwijdering

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Terugblik
B                B                B                A        

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEZEN 10 min
Lezen

Slide 5 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2504016-klimaatdilemma-voor-nederland-hoe-lozen-we-de-rivieren-in-een-steeds-hogere-zee
      Lesdoel
Vandaag gaan we leren over de Watersnoodramp van 1953, een van de grootste natuurrampen in de Nederlandse geschiedenis. 

We gaan onderzoeken welke factoren deze ramp veroorzaakten en hoe Nederland reageerde om ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer zou gebeuren.

Slide 6 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat eb en vloed is.

2. De leerlingen weten wat een noordwesterstorm is.

3. De leerlingen weten dat afvoerproblemen hebben 
     bij een hoge zeespiegel.

Slide 7 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
1953


  • Verhoogde piekafvoer
  • Springtij
  • Noordwesterstorm

Slide 8 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
1953
Overstroming 1916:           Aanleiding aanleg Afsluitdijk
Overstroming 1953:           Aanleiding Deltaplan

Slide 9 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Buitendijkse maatregelen
Dijk, dam, kering?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitendijkse maatregelen
En de afsluitdijk?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buitendijkse maatregelen
Westerschelde?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisaties
(Tweede) Delta commissie
Rijkswaterstaat
Waterschap
Is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van strategieën en plannen om Nederland te beschermen tegen overstromingen en de gevolgen van klimaatverandering.
Is verantwoordelijk voor de uitvoering van de plannen en strategieën die door de Delta commissie en andere beleidsmakers zijn opgesteld.
Is verantwoordelijk voor het dagelijkse beheer van water in hun regio. Dit omvat het monitoren van waterstanden, de kwaliteit van het water, en het onderhoud van dijken en gemalen.
Nationaal schaalniveau
Nationaal schaalniveau
Regionaal schaalniveau

Slide 13 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Controle van begrip:
Wat is verhoogde piekafvoer en hoe heeft
dit bijgedragen aan de Watersnoodramp van 1953?

Slide 14 - Open vraag

Verhoogde piekafvoer verwijst naar een plotselinge en aanzienlijke toename van de waterafvoer in rivieren, meestal veroorzaakt door zware regenval en smeltwater. Bij de Watersnoodramp van 1953 zorgde dit ervoor dat de rivieren meer water afvoerden dan normaal, waardoor de druk op de dijken toenam en deze uiteindelijk doorbraken.
Controle van begrip:
Hoe heeft springtij de gevolgen van de
Watersnoodramp verergerd?

Slide 15 - Open vraag

Springtij is een fenomeen waarbij de getijden hoger zijn dan normaal door de gecombineerde zwaartekracht van de zon en de maan. Tijdens de Watersnoodramp verergerde het springtij de overstromingen doordat het waterniveau in de zee hoger was dan normaal, waardoor de dijken nog meer belast werden.
Controle van begrip:
Wat was de rol van de noordwesterstorm tijdens de Watersnoodramp van 1953?

Slide 16 - Open vraag

De noordwesterstorm bracht harde wind en hoge golven mee, die het water tegen de dijken opjoegen. Dit verhoogde de waterstanden nog verder en veroorzaakte dat de dijken doorbraken en grote delen van Nederland onder water kwamen te staan.
Controle van begrip:
Waarom werd de Deltacommissie opgericht na de Watersnoodramp en wat waren enkele van haar
belangrijkste aanbevelingen?

Slide 17 - Open vraag

Na de Watersnoodramp werd de Deltacommissie opgericht om te onderzoeken hoe Nederland beter beschermd kon worden tegen overstromingen. Enkele van haar belangrijkste aanbevelingen waren het versterken van de bestaande dijken en het bouwen van nieuwe waterkeringen, wat resulteerde in de ontwikkeling van de Deltawerken.
Zelf aan de slag
De Watersnoodramp van 1953 werd veroorzaakt door verhoogde __________.

Springtij zorgde voor extra hoge __________ tijdens de Watersnoodramp van 1953.

De __________ storm bracht hoge golven en harde wind, wat bijdroeg aan de overstromingen.

Slide 18 - Tekstslide

piekafvoer
waterstanden
noordwester
Zelf aan de slag
De __________ werd opgericht na de Watersnoodramp om Nederland beter te beschermen.

De __________ zijn gebouwd als gevolg van de aanbevelingen van de Deltacommissie.

Rijkswaterstaat speelt een belangrijke rol in het __________ van waterkeringen en dijken.

Slide 19 - Tekstslide

Deltacommissie
Deltawerken
beheer
Zelf aan de slag
Waterschappen zijn verantwoordelijk voor het __________ van waterwegen en polders.

Verhoogde piekafvoer kan ontstaan door zware __________ en smeltwater.

De Oosterscheldekering is een belangrijk onderdeel van de __________.

Slide 20 - Tekstslide

onderhoud
regenval
Deltawerken
     Kleine afsluiting
Verhoogde piekafvoer
Springtij
Noordwesterstorm
Deltacommissie
Deltawerken
Rijkswaterstaat
Waterschappen
Dijk
Dam
Kering

Slide 21 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.                                                          Tekening 2.
Afsluitdijk                                                                 Zuidwestelijke Delta

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud examenvraag

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

31 maximumscore 2
Uit de uitleg moet blijken dat
• bij een noordwesterstorm zeewater richting de Nederlandse kust wordt
opgestuwd, (oorzaak) 1

• waardoor ook rivieren moeilijker op zee kunnen afwateren. (gevolg) 1 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud examenvraag

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

      Grote afsluiting
Vandaag gaan we leren over de Watersnoodramp van 1953, een van de grootste natuurrampen in de Nederlandse geschiedenis. 

We gaan onderzoeken welke factoren deze ramp veroorzaakten en hoe Nederland reageerde om ervoor te zorgen dat zoiets nooit meer zou gebeuren.

Slide 27 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice
https://quizlet.com/join/MpbntExdJ?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 28 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Vraag 1
(R) 1 punt

De Watersnoodramp van 1953 werd veroorzaakt door meerdere factoren. Geef drie oorzaken van de Watersnoodramp van 1953.

Slide 30 - Tekstslide

Drie oorzaken van de Watersnoodramp van 1953: verhoogde piekafvoer, springtij, noordwesterstorm.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Springtij en verhoogde piekafvoer speelden een cruciale rol in de Watersnoodramp van 1953. Leg uit hoe springtij en verhoogde piekafvoer bijdroegen aan de ramp.

Slide 31 - Tekstslide

Springtij en verhoogde piekafvoer bijdroegen aan de ramp: <br>- Springtij zorgde voor extra hoge waterstanden omdat de zwaartekracht van de zon en de maan gecombineerd het water hoger opduwde dan normaal. <br>- Verhoogde piekafvoer leidde tot een plotselinge en aanzienlijke toename van de waterafvoer in de rivieren, waardoor de druk op de dijken toenam en deze uiteindelijk doorbraken.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

De Deltawerken zijn een belangrijk onderdeel van de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Beschrijf hoe de Deltawerken Nederland beschermen tegen toekomstige overstromingen.

Slide 32 - Tekstslide

Bescherming door de Deltawerken: <br>- De Deltawerken bestaan uit een reeks van waterbouwkundige constructies zoals dammen, sluizen, en stormvloedkeringen die zijn ontworpen om overstromingen te voorkomen. <br>- Ze reguleren de waterstanden en beschermen het land tegen hoogwater vanuit de zee. <br>- De Oosterscheldekering en de Maeslantkering zijn voorbeelden van dergelijke constructies die bij stormvloed de kust beschermen door sluiting.
Vraag 4 
(T1) 3 punten

Rijkswaterstaat en waterschappen spelen beide een belangrijke rol in het Nederlandse waterbeheer. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het __________ van waterkeringen en dijken, terwijl waterschappen zorgen voor het __________ van waterwegen en polders.

Slide 33 - Tekstslide

Invulvraag: Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het beheer van waterkeringen en dijken, terwijl waterschappen zorgen voor het onderhoud van waterwegen en polders.