Pincode KB3 H5 Par 1

Pincode KB3 H5 Par 1

Inhoud van deze paragraaf:

  • Arbeidsovereenkomst
  • CAO in de bedrijfstak
  • Soorten banen
  • Soorten contract
  • Proeftijd en ontslag
  • Arbo-wet en Arbeidstijdenwet
  • Verschil tussen brutoloon en nettoloon
  • Minimumloon
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pincode KB3 H5 Par 1

Inhoud van deze paragraaf:

  • Arbeidsovereenkomst
  • CAO in de bedrijfstak
  • Soorten banen
  • Soorten contract
  • Proeftijd en ontslag
  • Arbo-wet en Arbeidstijdenwet
  • Verschil tussen brutoloon en nettoloon
  • Minimumloon

Slide 1 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst

In de arbeidsovereenkomst staan de arbeidsvoorwaarden  en de functieomschrijving.

Vb arbeidsvoorwaarden: loon en vakantiedagen.

 CAO=  collectieve arbeidsovereenkomst --> in een CAO staan de afspraken die gelden voor iedereen in die bedrijfstak.

Bedrijfstak = alle bedrjven die hetzelfde doen; zoals horeca, gezondheidszorg of bouw.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

opbouw arbeidsovereenkomst

De arbeidsovereenkomst moet altijd voldoen aande regels en voorwaarden in

1: de wetten in het burgerlijk wetboek

2: de afspraken in de CAO

Er mag individueel worden afgeweken als het minimaal maar voldoet aan cao en de wet

Slide 5 - Tekstslide

Ontslaan van werknemer

Stoppen arbeidsovereenkomst (ontslag)

  • tijdens de proeftijd
  • pensioen/ overlijden
  • niet verlengen tijdelijk contract
  • op staande voet (misdragen, werkweigering)
  • het gaat slecht met het bedrijf (ontslagvergunning bij UWV)
  • werkgever en werknemer willen allebei niet meer


Meestal is er een opzegtermijn: deze periode moet er nog gewerkt worden na ontslag.

Slide 6 - Tekstslide

Soort baan
  • Voltijdbaan (fulltimebaan)


  • Deeltijdbaan (parttimebaan)


  • Geschoold werk


  • Ongeschoold werk
Een baan waarbij je 36 tot 40 uur per week werkt
Een baan waarbij je minder dan 36 uur werkt
Een baan waarbij je een opleidng voor nodig hebt
Een baan waarbij je geen opleiding nodig heb.

Slide 7 - Tekstslide

Soort contract
  • Onbepaalde tijd: vast contract; je bent in vaste dienst.


  • Bepaalde tijd:je werkt voor een van te voren afgesproken tijd


  • Flexibel contract: Je werkt alleen als de werkgever je nodig hebt; uitzendwerk en oproepcontract (je werkt als het druk is)

Slide 8 - Tekstslide

De wet beschermt de werknemer

De werknemer wordt door de wet beschermd tegen gevaarlijke situaties en uitbuiting. Voorbeelden van wetten:

  • Arbo-wet= regels over gezondheid, veiligheid en welzijn
  • Abeidstijdenwet = regels over werktijden en rusttijden.
  • Wettelijk minimumloon (het bedrag dat iemand van 23 jaar of ouder minimaal moet verdienen)

De inspecte SZW controleert of iedereen zich houdt aan de wet.

Slide 9 - Tekstslide

Alles over het loon (salaris)

Brutoloon

- loonbelasting (naar de overheid)

- sociale premies (naar de overheid)

=nettoloon (wordt overgemaakt op jouw bankrekening)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

omrekenen van maand naar week en van week naar maand
Van maand naar week: x 12 / 52
Van week naar maand: x 52 / 12
Dus altijd naar een jaar en dan naar maand of week.

Van jaar naar dag: jaarbedrag : 365
Nooit van maand naar dag!

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 2

De afkorting CAO staat voor Collectieve Arbeidsovereenkomst.

In de CAO staan je arbeidsvoorwaarden

De afspraken voor een cao gelden voor een bedrijfstak

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 3

a) gezondheidszorg

b) aantal vakantiedagen – extra vergoeding bij nachtdienst – loon bij verschillende  functies

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 4

A) parttime baan

B) ongeschoold werk

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 5

Van boven naar beneden:

  • vaste baan
  • tijdelijke baan
  • oproepcontract

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 6

a) MInder loonkosten


b) voordeel werknemer: je heb  veel vrje tijd

nadeel werknemer: Je weet nooit hoeveel je verdiend per maand
















Slide 17 - Tekstslide

Vraag 7

Nee want de proeftijd is bedoeld om te wennen en niet om te proeven.
















Slide 18 - Tekstslide

Vraag 8

Bij ontslag op staande voet is er iets gebeurt waardoor de arbeidsverhouding niet meer in orde is en niet meer in orde te krijgen is. De werknemer kan door zijn eigen schuld zijn werk niet meer goed uitvoeren.
















Slide 19 - Tekstslide

Vraag 9

a) Bij bouw werkzaamheden

b) arbeidsomstandighedenwet

c) arbeidstijdenwet
















Slide 20 - Tekstslide

Vraag 10

a ) € 593,04 ÷ 56 = € 10,59




b) € 593,04 − € 143,36 = € 449,68



















Slide 21 - Tekstslide

Vraag 11

a)- 21 jaar per maand: € 1.088,81

- 20 jaar per maand: € 923,61

- 19 jaar per week: € 181,95

- 18 jaar per week: € 157,68

- 17 jaar per dag: € 27,38

- 16 jaar percentage: 518,10= 34,5%

- 15 jaar percentage:  450,55= 30,0%

b) € 103,95 ÷ 36 = € 2,89




















Slide 22 - Tekstslide

Samenvatting

Veel mensen hebben een voltijdbaan, maar je kunt ook een tijdelijke baan hebben of een  flexibele baan, bijvoorbeeld via een uitzendbureau.

Als je een baan krijgt, sluit je een arbeidsovereenkomst  met je werkgever. Hierin staan afspraken over je werkzaamheden en je loon. In een cao staan afspraken over werk voor een groep gelijksoortige bedrijven.
Zo’n groep bedrijven heet een bedrijfstak.
De eerste periode dat je voor een baas werkt, is de proeftijd. Het loon dat in je arbeidscontract staat, is je brutoloon. Hiervan houdt de werkgever belastingen en sociale premies in.
Wat je overhoudt, is het nettoloon.
Het loon dat mensen minimaal moeten verdienen, is het wettelijk minimumloon.

Wetten om werknemers te beschermen zijn de Arbeidstijdenwet
met regels over werk- en rusttijden en de Arbowet met regels voor arbeidsomstandigheden.
























Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video