Grondwetwijziging 1848

Geschiedenis
De grondwet
Verschillende groepen in een democratie
Koning Willem III
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis
De grondwet
Verschillende groepen in een democratie
Koning Willem III

Slide 1 - Tekstslide

Grondwet is de moeder van alle wetten
Er kunnen ook geen wetten worden aangenomen die tegen de grondwet ingaan

Maar hoe zat dit 200 jaar geleden in elkaar?

Slide 2 - Tekstslide

1789
Staatsregeling: alle burgers in de samenleving zijn gelijk aan elkaar

Op basis van deze regel is de grondwetwijziging gemaakt

Slide 3 - Tekstslide

Wat is dan precies een grondwet?
In een grondwet staan de rechten en plichten van burgers en bestuurders

In de grondwet staan vaak richtlingen, maar er staat niet hoe we dit moeten uitwerken of welke straffen toepasselijk zijn

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Willem III en de grondwet
Toen Willem nog aan de macht was en in 1814 en de grondwet werd aangepast was er nog niet gelijk een democratie

Ja zijn macht wordt inderdaad beperkt, maar niet tot het niveau wat we vandaag de dag wel zien (hij kon zelf ministers benoemen en ontslaan)

Slide 6 - Tekstslide

Het parlement
Dit is de volkvertegenwoordiging in Nederland

Deze is verdeeld in de Eerste Kamer en Tweede Kamer

Slide 7 - Tekstslide

Conservatieven
Dit is de groep mensen die het eens waren met de koning. Zij vonden het prima dat deze zelf ministers mocht kiezen, want de koning moest nu eenmaal alles zelf bepalen

De groep wil niet veel macht bij het volk

De koning mag zich laten helpen door de elite van de samenleving


Slide 8 - Tekstslide

Liberalen
Willen macht weg bij de koning

Juist wel macht bij het volk door rechtstreekse verkiezingen van de Eerste en Tweede kamer

Deze Eerste Kamer en Tweede Kamer moeten meer macht hebben dan de koning

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaat er nu gebeuren voor 1848?
Op verschillende plekken in de wereld zijn opstanden tegen koningshuizen

Willem wil dit voorkomen en besluit een grondwetwijziging te laten maken

Wie mogen deze grondwet maken? De liberalen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Wat betekenen de onderstaande begrippen?

Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete 
Grondrechten

Slide 12 - Tekstslide

Recht van interpellatie
Kamerleden mogen een onderwerp dat niet op de agenda stond voorbrengen. De kamer beslist of er over gedebateerd gaat worden (bijna altijd ja)

Slide 13 - Tekstslide

Recht van amendement
De Tweede Kamer mag wetten aanpassen (zolang de wet nog niet is aangenomen)


Slide 14 - Tekstslide

Recht van enquete
De Eerste en Tweede kamer hebben dit recht. Hiermee kunnen ze onderzoeken en afspraken verder bekijken (niet alle gegevens zijn openbaar van een onderzoek. Als kamerleden het dan niet vertrouwen kunnen ze dit inzetten om het te bekijken)

Slide 15 - Tekstslide

Maar waar gaat het fout?
Willem III werkt niet helemaal mee door een aantal zaken:

  • Er is censuskiesrecht (alleen mannen die genoeg betalen)
  • Districtenstelsel (Nederland was verdeeld in disctricten en ieder district stuurde een kandidaat voor de kamer. Amerika)
  • Willem was echt zwaar tegen de wijziging

Slide 16 - Tekstslide

Conflicten tussen de koning en de kamer (buitenlandse zaken)
Tussen 1848 en 1868 gebeurde steeds het volgende:

Koning was het niet eens met de Tweede Kamer. Hij maakte gebruik van het recht om de kamer te ontbinden. Er komen nieuwe verkiezingen en de personen die hier gekozen worden gaan ook tegen de koning in. Daarna is de koning het niet eens met de Tweede Kamer en dan zijn we weer rond

Slide 17 - Tekstslide

1868
Koning Willem III geeft toe dat hij niet meer het machtigste is in Nederland. Vanaf dit moment heeft het volk echt de macht, want zij kiezen de volksvertegenwoordigers.

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 19 - Tekstslide