lijdende vorm- bedrijvende vorm

Leerdoelen
  • Je weet wanneer een zin in de lijdende vorm staat;
  • Je weet wanneer een zin in de bedrijvende vorm staat;
  • Je weet hoe je een zin om moet zetten van lijdend naar bedrijvend en andersom.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je weet wanneer een zin in de lijdende vorm staat;
  • Je weet wanneer een zin in de bedrijvende vorm staat;
  • Je weet hoe je een zin om moet zetten van lijdend naar bedrijvend en andersom.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De brieven worden door de postbode bezorgd.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 3 - Quizvraag

De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 4 - Quizvraag

De Efteling wordt dagelijks druk bezocht.
A
Lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 5 - Quizvraag

De jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 6 - Quizvraag

De boer melkt elke dag zijn koeien.
A
Lijdende vorm
B
bedrijvende vorm

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide