Grammatica 3.7 (les 3) zww en hww

Grammatica 3.7 
Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica 3.7 
Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les 
  • Woordsoorten herhalen (lw,zn,bn,vz,ww)
  • Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 3 - Quizvraag

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
haar, zijn
B
zij, hij
C
mijn, jouw
D
jullie, onze

Slide 5 - Quizvraag

Een bezittelijk voornaamwoord ...
A
zegt iets over een werkwoord
B
geeft aan wie iets doet
C
geeft aan hoe iemand zich voelt
D
geeft aan van wie iets is

Slide 6 - Quizvraag

Vandaag 
  • Uitleg hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 
  • Opdrachten maken
  • Quizlet 

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
  • Het allerbelangrijkste werkwoord in een zin.
  • In een zin met maar 1 werkwoord is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord.
  • Het zelfstandig werkwoord geeft een handeling aan. Je doet iets/het heeft betekenis. (slapen, eten, sporten) 
Voorbeeld:
Ik koop een gebakje.
Je kunt naar school lopen

Slide 8 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
  • Bij meerdere werkwoorden in een zin, staat het zelfstandig werkwoord achteraan. 
  • De overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden. Ze helpen de zin naar het zelfstandig werkwoord toe.
  • Het hulpwerkwoord geeft geen handeling aan 
Voorbeeld:
Ik ga vanavond een kapsalon eten.

Slide 9 - Tekstslide

Welk woord is hier een zelfstandig werkwoord?
Ik kom je vanavond ophalen.
A
Ik
B
Kom
C
Vanavond
D
Ophalen

Slide 10 - Quizvraag

Benoem alle werkwoorden:
Dit weekend heb ik nieuwe boeken gekocht.

Slide 11 - Open vraag

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word geslagen
word =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

De politie heeft drugslabs ontmanteld.
heeft = ...
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 13 - Quizvraag

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 15 - Quizvraag

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 16 - Quizvraag

Ik weet wat een zelfstandig werkwoord is
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Ik weet wat een hulpwerkwoord is
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Huiswerk 
3.7 grammatica opdracht 8, 9 en 10

Slide 19 - Tekstslide