In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
taalverzorging en grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Bijvoeglijke naamwoorden
trappen van vergelijking
Slide 2 - Tekstslide
Welke twee vormen van het bijvoeglijk naamwoord zijn er en hoe schrijf je deze?
Slide 3 - Open vraag
Geef de juiste spelling aan van het woord dat tussen haakjes staat. De (trots) vader
Slide 4 - Open vraag
Geef de juiste spelling aan van het woord dat tussen haakjes staat. Een (feestelijk) ontvangst
Slide 5 - Open vraag
Geef de juiste spelling aan van het woord dat tussen haakjes staat. De (ruw) diamant
Slide 6 - Open vraag
Geef de juiste spelling aan van het woord dat tussen haakjes staat. Een (satijn) kussensloop
Slide 7 - Open vraag
deftig
stellende trap
vergrotende trap
overtreffende mentor
deftigster
deftiger
meer deftig
meest deftig
deftigst
Slide 8 - Sleepvraag
taai
stellende trap
vergrotende trap
overtreffende mentor
taaider
taaierst
taaierst
taaist
taaier
Slide 9 - Sleepvraag
gaaf
stellende trap
vergrotende trap
overtreffende mentor
gaafer
gaver
gaaferst
gaavst
gaafst
Slide 10 - Sleepvraag
Waar geeft een bijvoeglijk naamwoord meer informatie over in een zin?
Slide 11 - Open vraag
Stel, je ziet een knalgele en harige rups. Vul de volgende zin aan met de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, en het is … en … .
Slide 12 - Open vraag
Bekijk de volgende bijvoeglijke naamwoorden: half, droef, modieus. Wat valt je op wanneer je deze bijvoeglijke naamwoorden in de verbogen vorm schrijft?
Slide 13 - Open vraag
Hoofdletters en leestekens
Slide 14 - Tekstslide
Wanneer schrijf je geen hoofdletter? Noem twee gevallen.
Slide 15 - Open vraag
Maak de zin goed wat betreft hoofdletters en leestekens:
t was een stevige, maar geen abnormale overtreding die lionel messi maakte.
Slide 16 - Open vraag
Maak de zin goed wat betreft hoofdletters en leestekens:
nou ja, verzuchtte hij, het is niet anders.
Slide 17 - Open vraag
Maak de zin goed wat betreft hoofdletters en leestekens:
wist je dat nieuw-zeeland op veel wereldkaarten is weggelaten
Slide 18 - Open vraag
Maak de zin goed wat betreft hoofdletters en leestekens:
zo staat het land niet op kaarten van ikea starbucks en verschillende luchtvaarmaatschappijen
Slide 19 - Open vraag
Welke naam is goedgeschreven?
A
mevrouw A. Van de Ven
B
mevrouw Van De Ven
C
mevrouw A. van De Ven
D
mevrouw Van de Ven
Slide 20 - Quizvraag
Welke naam is goedgeschreven?
A
meneer chris De Boom
B
meneer Chris De Boom
C
meneer Chris de Boom
D
meneer chris de Boom
Slide 21 - Quizvraag
Welke naam is goedgeschreven?
A
mevrouw Cindy Storm, de Kogel
B
mevrouw Storm, De kogel
C
mevrouw C. Storm, De Kogel
D
mevrouw Storm, de Kogel
Slide 22 - Quizvraag
ZNW, LW en BNW
zelfstandige naamwoorden: concreet, abstract en eigen naam
lidwoorden: bepaald en onbepaald
bijvoeglijke naamwoorden: verbogen en onverbogen
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn in deze zin de zelfstandig naamwoorden?
De overheid zou, volgens milieuorganisaties, vlees onaantrekkelijk moeten maken door een hoger btw-tarief in te voeren.
A
overheid, milieuorganisaties, btw-tarief
B
overheid, milieuorganisaties, vlees, btw-tarief
C
overheid, vlees, btw-tarief
D
overheid, btw-tarief
Slide 24 - Quizvraag
Is het rode znw concreet, abstract of een eigennaam?
De overheid zou, volgens milieuorganisaties, vlees onaantrekkelijk moeten maken door een hoger btw-tarief in te voeren.
A
concreet
B
abstract
C
eigennaam
Slide 25 - Quizvraag
Is het rode znw concreet, abstract of een eigennaam?
De overheid zou, volgens milieuorganisaties, vlees onaantrekkelijk moeten maken door een hoger btw-tarief in te voeren.
A
concreet
B
abstract
C
eigennaam
Slide 26 - Quizvraag
Wat zijn in deze zin de lidwoorden?
De overheid zou, volgens milieuorganisaties, vlees onaantrekkelijk moeten maken door een hoger btw-tarief in te voeren.
A
De, een
B
De, een, in
C
De
D
een, in
Slide 27 - Quizvraag
BLW
OLW
de
het
een
Slide 28 - Sleepvraag
Hoe noem je zelfstandige naamwoorden als Shakira, H&M en Instagram?
Slide 29 - Open vraag
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden met een komma ertussen:
Scholen in het voortgezet onderwijs moeten nadenken of ze niet minder lesuren willen inroosteren om de werkdruk te verlichten voor leraar én leerling, aldus de minister.
Slide 30 - Open vraag
Zijn de bijvoeglijke naamwoorden verbogen of onverbogen?
Scholen in het voortgezet onderwijs moeten nadenken of ze niet minder lesuren willen inroosteren om de werkdruk te verlichten voor leraar én leerling, aldus de minister.
A
verbogen, verbogen
B
verbogen, onverbogen
C
onverbogen, verbogen
D
onverbogen, onverbogen
Slide 31 - Quizvraag
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden met een komma ertussen:
De investeringen in Europese windenergie zijn vorig jaar met bijna een tiende toegenomen.
Slide 32 - Open vraag
Zijn de bijvoeglijke naamwoorden verbogen of onverbogen?
De investeringen in Europese windenergie zijn vorig jaar met bijna een tiende toegenomen.