H2 - P2 - les 11 - lezen 5.3 - D - zelf tekst schrijven

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Lezen
- 5.3 - D - Informerende tekst schrijven


Doel:
- Je onderbouwt je mening in een lopende tekst.  
- Je schrijft een informerende tekst die goed is opgebouwd. 

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Dagopening

Slide 3 - Tekstslide

Heb je de drie vragen van het huiswerk nog niet behandeld? 
- Geef daar dan eerst antwoord op!

Met die vragen moet je in de les aan de slag!
Stillezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heb je deze tekst geschreven? Waar moet je op letten en wat zou je kunnen veranderen?

Niet in learnbeat (di 14.00u)
- Binyamin
- Thijs
- Nina
- Thije
- Ridwaan
- Thomas
- Justin
- Benjamin
- Sudenaz

 Wissel je teksten uit en geeft aan de hand van 1C feedback op de tekst van je buurman of buurvrouw. 
5.2 terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Theorie + doelen 5.3 
Je kunt:
- je eigen mening onderbouwen met argumenten;
- informatie ordenen en de gegeven informatie analyseren;
- signaalwoorden van voorbeeld en middel-doel herkennen en gebruiken; 
- de manier van inleiden en afsluiten in een tekst herkennen en gebruiken;
- een tekst schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende teksten samenvoegen.

Wanneer werken we hieraan?
- vandaag en morgen
Hoofdstuk 5 - Online leven

Slide 6 - Tekstslide

De belangrijkste zaken in een tekst zijn hoofdzaken.

Minder belangrijke dingen zijn bijzaken. Dat kunnen uitleg, voorbeelden of een toelichting zijn.

Waar vind je hoofdzaken?
- In de kernzin van een alinea/stukje tekst. Dus vaak aan het begin of aan het einde van een alinea. 


5.3 - Hoofd- en bijzaken

Slide 7 - Tekstslide

De belangrijkste zaken in een tekst zijn hoofdzaken.

Minder belangrijke dingen zijn bijzaken. Dat kunnen uitleg, voorbeelden of een toelichting zijn.

Waar vind je hoofdzaken?
- In de kernzin van een alinea/stukje tekst. Dus vaak aan het begin of aan het einde van een alinea. 


Als je alle hoofdzaken bij elkaar zet, krijg je een samenvatting.
Hier moet je zelf nog wel even aan sleutelen om een lopende tekst te krijgen.


5.3 - Hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Tekstslide

Maak: 
5.3 B afmaken (online) / 5.3 vraag 12 en 13 (boek)
5.3 C opdracht 1 / vraag 14 in je boek 

Wanneer:
Nu, over 25 minuten verder met informatieverwerking

Wat is het doel van deze opdrachten:
Vergelijk de informatie uit de verschillende teksten met elkaar. 
- Verandert je mening?
- Krijg je nieuwe inzichten?
- Zijn de teksten eigenlijk wel met elkaar te vergelijken?







5.3 - Aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

Je schrijft twee inhoudelijke alinea's over de vervanging van offline contact met online contact. 

Hoe: 
1. Geef eerst voor jezelf antwoord op de vraag: Is online contact een vervanging van fysiek contact. Gebruik hiervoor de informatie uit de tekst en het fragment dat je net gezien hebt. 

2. Bedenk wat je in de twee alinea's gaat zeggen. Je benoemt de volgende dingen per alinea in het schema van vraag 15 (boek)/ : 5.3 - C - 2
a. Deelonderwerp 
b. Kernzin (hoofdzaak)
c. Toelichting/ voorbeeld  (bijzaken)
Voeg dit samen tot een alinea. 
5.3 - Informatie samenvoegen

Slide 10 - Tekstslide

Gezamenlijk lezen tekst 'Hoe maak je een digitaal mens geloofwaardig' 
+ Fragment Deepfakes (Boek - vanaf 3:00) (EVA vanaf 27.30)

Opdracht:
a. Geef eerst antwoord op vraag 1, 2 en 3
Gebruik hiervoor alle bronnen die je in hoofdstuk 5 gelezen/gezien hebt.
b. Werk je antwoord uit in het schrijfplan. Dit is een voorbereiding op het schrijven van een tekst.
b.b. laat je schrijfplan goedkeuren en ga door naar onderdeel c.
c. kies een van de alinea's en ga hem helemaal schrijven. Dus zorg voor een volledig antwoord!

5.3 - D - Informatie samenvoegen

1. Wat is volgens jou de digitale mens?
2. Wat zijn de voor- en nadelen van de digitale mens?
3. Hoe kunnen we ons voorbereiden op de digitale mens?

Slide 11 - Tekstslide