Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
instaptoets Duits
instaptoets Duits A1 - A2
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
instaptoets Duits A1 - A2
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer gebruik je in het Duits een hoofdletter?
Slide 2 - Woordweb
Duitsland
Oostenrijk
Zwitserland
Liechtenstein
Slide 3 - Sleepvraag
Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
wohnen / wonen: ich ...
Slide 4 - Open vraag
Stap 4 - uitgang achter de stam:
Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord? Sleep de
blauwe
vakjes naar de
rode
.
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
st
t
en
t
en
e
Slide 5 - Sleepvraag
Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
arbeiten / werken er ...
Slide 6 - Open vraag
Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 7 - Quizvraag
der
die
Opa
Oma
Vater
Bruder
Mutter
Tante
Cousin
Cousine
Schwester
Onkel
Slide 8 - Sleepvraag
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 9 - Sleepvraag
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 10 - Sleepvraag
Hoe veel naamvallen zijn er in het Duits?
A
3
B
6
C
Geen
D
4
Slide 11 - Quizvraag
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de eerste naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 12 - Quizvraag
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de vierde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 13 - Quizvraag
Waar staan de naamvallen ook alweer voor?
Waar staat de derde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes
Slide 15 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie
Slide 16 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein
B
ihr
C
mein
D
dein
Slide 17 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer
Slide 18 - Quizvraag
Kies het juiste woord.
(jouw) ... Kaninchen (konijn)
A
dein
B
deine
C
das
D
mein
Slide 19 - Quizvraag
Hoe worden de puntjes op een klinker genoemd in het Duits?
A
een trema
B
gewoon puntjes
C
een umlaut
D
hoofdletter
Slide 20 - Quizvraag
Hoe wordt de "u" in het Duits uitgesproken?
A
als een lange uu
B
als een korte u
C
als een oe
D
als een oo
Slide 21 - Quizvraag
Hoe wordt in het Duits de klank "eu" uitgesproken?
A
zoals in het Nederlands
B
als een "uu"
C
als een "oi"
D
als een "au
Slide 22 - Quizvraag
vond je deze instaptoets moeilijk? geef ook een reden!
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
bezittelijke voornaamwoorden deel 3
April 2022
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2
H3 Kapitel 5 Lektion 2 Grammatik C bezittelijk / persoonlijk
Mei 2020
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3hv - L1 P1
September 2024
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3M - L5 P1 - haben + 1e en 4e naamval
September 2022
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
Kapitel 1 - haben/sein & zwakke ww, naamvallen
Oktober 2022
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo
Leerjaar 4
VWO 2 herhalingsles grammatica Kapitel 1
Oktober 2023
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Kapitel 5 - Lektion 2
April 2020
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3