Herhalen H1 par. 2
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noem de drie belangrijke politieke stromingen:
Slide 2 - Open vraag
Waarom hadden de liberalen de macht in de 19e eeuw?
Slide 3 - Open vraag
Politieke stroming die hun politieke ideeën baseren op het geloof.
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 4 - Quizvraag
Politieke stroming waarbij ze vinden dat geld en bezit eerlijker verdeeld moet worden.
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 5 - Quizvraag
Politieke stroming waarbij ze vinden dat er zoveel mogelijk vrijheid moet zijn voor burgers en bedrijven.
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 6 - Quizvraag
Hoe noem je kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting konden betalen mochten stemmen?
Slide 7 - Open vraag
Hoe noem je stemrecht waarbij iedereen vanaf een bepaalde leeftijd mag stemmen?
Slide 8 - Open vraag
Hoe noem je de grote en snelle verandering door de komst van fabrieken?
A
Verstedelijking
B
Industriële revolutie
C
Sociale kwestie
D
Emancipatie
Slide 9 - Quizvraag
Leg uit wat de sociale kwestie is.
Slide 10 - Open vraag
Leg uit hoe de drie verschillende politieke stromingen over de sociale kwestie dachten.
Slide 11 - Open vraag
Hoe noem je wetten die mensen moeten beschermen tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid?
A
Sociale kwestie
B
Socialisme
C
Sociale wetten
D
Emancipatie
Slide 12 - Quizvraag
Leg uit wat de schoolstrijd is en hoe de liberalen en confessionelen hierover dachten.
Slide 13 - Open vraag
Leg uit hoe de politieke stromingen zich steeds meer onderling van elkaar gingen onderscheiden?
