Kapitel 5 - Les 2

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les:

- Weet je waar Kapitel 6 over gaat.

- Weet je meer over hoe je bepaalde voorzetsels moet vertalen in het Duits

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal de zinnen van Wörter A & B - Seite 42

1. De werkgever neemt een interview af op het gebied van het Duitse leger.
2. De douane leert de man een lesje.
3. Het marktonderzoek over de carriere wordt serieus genomen.
4. Het adviesbureau heeft verstand van de administratie.
5. Die branche is zeer populair.

Neue Wörter Kapitel 6
A & B Seite 82

Slide 3 - Tekstslide

Antworten

1. Der Arbeitgeber führt ein Interview im Bereich (von) der Bundeswehr.
2. Der Zoll erteilt dem Mann eine Lektion.
3. Die Markstforschung über den Laufbahn wird ernst genommen.
4. Die Beratung kennt sich aus mit der Verwaltung.
5. Die Branche ist sehr beliebt.


Slide 4 - Tekstslide

Text 13 - Seite 20

Begrijp je de vraag?
Waar in de tekst staan de antwoorden?

Slide 5 - Tekstslide

Grammatik Seite 24

De voorzetsels: 

1. naar - zu, nach, in

2. voor - vor , für

3. door - von, durch

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsel  "naar"   - Wat is de regel?
                              
Ich fahre zu meiner Mutter.
Ich komme gern mit zum Fussball.

Ich fahre nach Hause/  nach links/rechts
nach Amerika/  nach Delft

ins Kino gehen/ in die Schweiz gehen 

Slide 7 - Tekstslide

voor = vor - plaats & tijd

- Das Auto steht vor dem Haus.
- Es is fünf vor sieben.

für - in de andere gevallen(bestemd voor)
- Ich kaufe etwas für dich. 

Slide 8 - Tekstslide

door = von of durch

von gebruik je als iets door iemand gebeurt of gedaan wordt

- Sie wurde von ihrem Freund abgeholt.

durch gebruik je in de letterlijke zin

- Der Hund springt durch den Kreis. (dit zie je gebeuren)

Maak Aufgabe 2 Seite 148

Slide 9 - Tekstslide

Hausaufgaben für nächstes Mal:

Machen: - Kapitel 6 - 1 t/m 5
Lernen:  voor, door, naar -gebruik ervan Seite 24/25
                 Wörter A & B - Kapitel 6

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg mondeling:

Kapitel 6 Plauderecke Seite 84/85

Werken aan je mondeling

Slide 11 - Tekstslide