1.4 Het buitenland zorgt ook voor welvaart.

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

In de economische kringloop staat deze letter voor inkomen van gezinnen:
A
Y
B
I
C
E
D
M

Slide 3 - Quizvraag

In de economische kringloop verdient een land geld aan het buitenland door:
A
Y
B
I
C
E
D
M

Slide 4 - Quizvraag

Van een economische kringloop met bedrijven, gezinnen, overheid en buitenland bedraagt: - saldo buitenland +50 miljard
- saldo overheid -80 miljard
- investeringen van bedrijven 120 miljard

Hoeveel zijn de besparingen van gezinnen? (B-O)+(S-I)=(E-M)
A
10 miljard
B
90 miljard
C
170 miljard
D
250 miljard

Slide 5 - Quizvraag

1.4 Het buitenland zorgt ook voor welvaart.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Open vraag

Bij een tekort op de lopende rekening is
A
Export > Import
B
Export < Import

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bereken je het saldo op de lopende rekening?
A
E-M van goederen en kapitaal
B
E-M van kapitaal
C
Het is gelijk aan het materieel saldo
D
E-M van goederen en diensten

Slide 13 - Quizvraag

Lopende rekening
Kapitaalrekening
Saldo goud-en deviezenvoorraad
export van kaas
import van buitenlandse aandelen
belegging in Nederlands bedrijf
salaris aan uitwonende Nederlander
Totale uitgaven overschrijden de inkomsten

Slide 14 - Sleepvraag

Waarom kunnen niet alle landen een overschot hebben op hun lopende rekening?

Slide 15 - Open vraag

Een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans betekent dat
A
De export van producten kleiner is dan de import
B
De import van producten kleiner is dan de export
C
De import van producten gelijk is aan de export

Slide 16 - Quizvraag

Is er een tekort of een overschot op het saldo lopende rekening?
A
tekort
B
overschot

Slide 17 - Quizvraag

Lopende rekening
Kapitaal-rekening
toerisme
Beleggingen
goederen import
IMF nood-lening
Rente betaling aan IMF

Slide 18 - Sleepvraag

Huiswerk
Maken 1.4

Slide 19 - Tekstslide