GS 4T H1 par 1.2

Koning en Parlement
1.2 De verandering in de grondwet van 1848
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Koning en Parlement
1.2 De verandering in de grondwet van 1848

Slide 1 - Tekstslide

Om er even in te komen...

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer werd Nederland een monarchie?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer werden Nederland, België en Luxemburg samengevoegd?
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer kreeg Nederland zijn eerste grondwet?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848

Slide 5 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Eerste Kamer?
A
De koning
B
De Tweede Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 6 - Quizvraag

Wie koos in 1815 de Tweede Kamer?
A
De koning
B
de Eerste Kamer
C
De provincies
D
het volk

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer kwamen de Belgen in opstand?
A
1830
B
1839
C
1848
D
1850

Slide 8 - Quizvraag

En nu iets nieuws

Slide 9 - Tekstslide



Thorbecke was de leider van de liberalen.


Slide 10 - Tekstslide

Zij kwamen op voor de vrijheid van burgers en ze vonden dat de regering zo weinig mogelijk regels moest maken.


Slide 11 - Tekstslide



In 1848 kregen de liberalen hun kans. Overal in Europa waren
revoluties


Slide 12 - Tekstslide



Willem II was bang dat deze revolutie ook in Nederland zou komen.

Daarom gaf hij in 1848 de opdracht aan Thorbecke om de grondwet meer democratisch te maken.


Slide 13 - Tekstslide

De belangrijkste wijzigingen waren:

  1. Iedereen kreeg dezelfde grondrechten.
  2. Er kwam ministeriële verantwoordelijkheid.
  3. De koning werd onschendbaar.
  4. Om de vier jaar waren er rechtstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer (met censuskiesrecht)







Slide 14 - Tekstslide

Wie geeft Thorbecke de opdracht om een nieuwe grondwet te maken?
A
koning Willem I
B
koning Willem II
C
koning Willem III
D
koning Willem IV

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer wordt de grondwet gewijzigd?
A
1815
B
1830
C
1839
D
1848

Slide 16 - Quizvraag

Wat krijgt koning in de nieuwe grondwet
A
ministeriele verantwoordelijkheid
B
onschendbaarheid
C
grondrechten

Slide 17 - Quizvraag

Wie kiest de Eerste Kamer vanaf 1848
A
de koning
B
de Tweede Kamerleden
C
De leden van Provinciale Staten
D
Burgers

Slide 18 - Quizvraag

Wie kiest de Tweede Kamer vanaf 1848?
A
de koning
B
de ministers
C
de Provinciale Statenleden
D
Burgers

Slide 19 - Quizvraag