Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
herleiden en machten
Kwadraten
Wortels
Herleiden en machten
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Kwadraten
Wortels
Herleiden en machten
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les kan je...
...sommen met letters herleiden
...haakjes wegwerken
... rekenen met machten
... getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven
...machten vermenigvuldigen
...machten optellen
... rekenen met machten van machten
Slide 2 - Tekstslide
Weet je nog....
3
a
+
3
a
=
6
a
3
a
+
3
b
=
3
a
+
3
b
3
a
⋅
3
a
=
3
⋅
3
⋅
a
⋅
a
=
9
a
2
3
a
⋅
3
b
=
3
⋅
3
⋅
a
⋅
b
=
9
a
b
Slide 3 - Tekstslide
Weet je nog....
−
2
a
−
b
−
3
a
+
2
b
=
−
2
a
−
3
a
−
b
+
2
b
=
−
5
a
+
b
−
3
p
q
+
5
p
q
=
2
p
q
4
x
⋅
3
y
+
5
x
⋅
−
4
y
=
1
2
x
y
+
−
2
0
x
y
=
−
8
x
y
−
4
⋅
3
x
−
4
x
+
3
y
=
−
1
2
x
−
4
x
+
3
y
=
−
1
6
x
+
3
y
Slide 4 - Tekstslide
Weet je nog.......
Hoe
Moeten Wij
Van Die
Onvoldoendes Afkomen
(
)
x
4
√
⋅
:
+
−
vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
optellen en aftrekken van links naar rechts
machten en wortels van links naar rechts
Slide 5 - Tekstslide
Herleiden
vermenigvuldigen: eerst de getallen, dan de letters
op alfabetische volgorde
herleiden: zo kort mogelijk schrijven
optellen: alleen gelijksoortige termen
let op de rekenvolgorde
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld herleiden
3
⋅
5
a
+
8
⋅
4
a
=
−
3
⋅
a
−
5
⋅
−
2
b
=
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld herleiden
3
⋅
5
a
+
8
⋅
4
a
=
1
5
a
+
3
2
a
=
4
7
a
−
3
⋅
a
−
5
⋅
−
2
b
=
−
3
a
−
−
1
0
b
=
−
3
a
+
1
0
b
Slide 8 - Tekstslide
Haakjes
3
⋅
2
6
=
3
⋅
2
0
+
3
⋅
6
=
6
0
+
1
8
=
7
8
3
⋅
2
6
=
3
⋅
(
2
0
+
6
)
=
3
⋅
2
0
+
3
⋅
6
=
7
8
Slide 9 - Tekstslide
Haakjes en letters
3
(
2
0
+
6
)
=
3
⋅
2
0
+
3
⋅
6
a
(
b
+
c
)
=
a
b
+
a
c
Slide 10 - Tekstslide
Haakjes en letters voorbeeld:
5
(
a
+
c
)
=
5
a
+
5
c
2
p
(
q
+
1
)
=
2
p
q
+
2
p
5
a
(
2
c
+
1
2
1
)
=
5
a
⋅
2
c
+
5
a
⋅
1
2
1
=
1
0
a
c
+
7
2
1
a
Slide 11 - Tekstslide
Haakjes en letters voorbeeld:
4
(
a
+
3
b
)
+
2
a
=
5
(
2
b
+
3
)
+
3
(
4
b
+
2
)
=
Slide 12 - Tekstslide
Haakjes en letters voorbeeld:
4
(
a
+
3
b
)
+
2
a
=
5
(
2
b
+
3
)
+
3
(
4
b
+
2
)
=
4
a
+
4
⋅
3
b
+
2
a
=
6
a
+
1
2
b
1
0
b
+
1
5
+
1
2
b
+
6
=
2
2
b
+
2
1
Slide 13 - Tekstslide
-Haakjes en letters -
4
(
x
−
2
y
)
=
−
4
(
x
+
2
y
)
=
−
4
(
x
−
2
y
)
=
4
x
−
8
y
−
4
x
+
−
8
y
=
−
4
x
−
8
y
−
4
x
−
−
8
y
=
−
4
x
+
8
y
=
−
(
8
−
4
a
)
=
−
1
⋅
(
8
−
4
a
)
=
−
8
+
4
a
Slide 14 - Tekstslide
-Haakjes en letters - voorbeeld
−
3
x
−
2
y
+
x
(
y
−
5
)
=
−
3
p
⋅
−
2
p
−
q
(
6
p
+
1
)
=
Slide 15 - Tekstslide
-Haakjes en letters - voorbeeld
−
3
x
−
2
y
+
x
(
y
−
5
)
=
−
3
p
⋅
−
2
p
−
q
(
6
p
+
1
)
=
−
3
x
−
2
y
+
x
y
−
5
x
=
−
8
x
−
2
y
+
x
y
6
p
q
−
6
p
q
−
q
=
−
q
Slide 16 - Tekstslide
Kwadraat
3
2
=
3
⋅
3
=
9
exponent
grondtal
dit spreek je uit als drie in het kwadraat
Slide 17 - Tekstslide
Machten
Dit noemen we machtsverheffen
2
4
=
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
=
1
6
exponent
grondtal
dit spreek je uit als twee tot de vierde of twee tot de macht vier
Slide 18 - Tekstslide
Machten
2
4
=
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
=
1
6
3
3
=
3
⋅
3
⋅
3
=
2
7
4
5
=
4
⋅
4
⋅
4
⋅
4
⋅
4
=
1
0
2
4
1
0
3
=
1
0
⋅
1
0
⋅
1
0
=
1
0
0
0
Slide 19 - Tekstslide
Machten voorbeeld
2
3
⋅
5
=
8
⋅
5
=
4
0
(
5
−
2
)
4
=
3
4
=
8
1
(
2
3
+
3
)
2
=
(
8
+
3
)
2
=
1
1
2
=
1
2
1
Slide 20 - Tekstslide
-Machten-
(
−
3
)
4
=
−
3
⋅
−
3
⋅
−
3
⋅
−
3
=
8
1
−
3
4
=
−
3
⋅
3
⋅
3
⋅
3
=
−
8
1
(
−
3
)
5
=
−
3
⋅
−
3
⋅
−
3
⋅
−
3
⋅
−
3
=
−
2
4
3
−
3
5
=
−
3
⋅
3
⋅
3
⋅
3
⋅
3
=
−
2
4
3
Slide 21 - Tekstslide
-Machten- voorbeeld
−
5
−
(
−
2
)
4
=
6
3
−
2
⋅
(
−
3
)
2
=
Slide 22 - Tekstslide
-Machten- voorbeeld
−
5
−
(
−
2
)
4
=
−
5
−
1
6
=
−
2
1
6
3
−
2
⋅
(
−
3
)
2
=
2
1
6
−
2
⋅
9
=
1
9
8
Slide 23 - Tekstslide
Grote getallen
Duizend 1 000
Miljoen 1 000 000
Miljard 1 000 000 000
Biljoen 1 000 000 000 000
Biljard 1 000 000 000 000 000
1
0
3
1
0
6
1
0
9
1
0
1
2
1
0
1
5
getallen met meer dan 3 cijfers schrijf je in groepjes van 3, je begint met de groepjes vanaf de achterkant
!
Slide 24 - Tekstslide
Wetenschappelijke notatie
1 duizend = 1000 =
1760 = 1,76 x 1000 =
13 245 864 = 1,32 x 10 000 000 =
1
,
0
⋅
1
0
3
1
,
7
6
⋅
1
0
3
1
,
3
2
⋅
1
0
7
dus altijd 1 getal voor de komma en meestal 2 achter de komma
!
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeeld
3
6
7
8
6
5
4
=
3
,
6
8
⋅
1
0
6
3
,
2
4
⋅
1
0
4
=
3
2
4
0
0
Slide 26 - Tekstslide
Voorbeeld
5
5
6
=
1
2
1
2
=
1
,
4
5
1
4
=
Slide 27 - Tekstslide
Voorbeeld
5
5
6
=
2
,
7
7
⋅
1
0
1
0
1
2
1
2
=
8
,
9
2
⋅
1
0
1
2
1
,
4
5
1
4
=
1
,
8
2
⋅
1
0
2
=
1
8
2
Slide 28 - Tekstslide
Machten vermenigvuldigen
2
3
⋅
2
4
=
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
=
2
7
a
3
⋅
a
4
=
a
⋅
a
⋅
a
⋅
a
⋅
a
⋅
a
⋅
a
=
a
7
p
2
⋅
p
5
=
p
7
Slide 29 - Tekstslide
Machten vermenigvuldigen
Machten met verschillende grondtallen of letters kan je niet korter schrijven
3
3
⋅
2
4
=
3
⋅
3
⋅
3
⋅
2
⋅
2
⋅
2
⋅
2
=
3
3
⋅
2
4
a
3
⋅
b
4
=
a
⋅
a
⋅
a
⋅
b
⋅
b
⋅
b
⋅
b
=
a
3
⋅
b
4
Slide 30 - Tekstslide
Machten vermenigvuldigen
4
x
6
⋅
−
2
x
7
=
p
6
⋅
3
p
=
Slide 31 - Tekstslide
Machten vermenigvuldigen
4
x
6
⋅
−
2
x
7
=
p
6
⋅
3
p
=
4
⋅
−
2
⋅
x
6
⋅
x
7
=
−
8
x
1
3
3
p
7
p
=
p
1
Slide 32 - Tekstslide
Machten optellen
Gelijksoortige termen kan je samennemen.
2
c
5
−
2
c
4
=
2
c
5
−
2
c
4
7
a
3
+
5
a
3
=
1
2
a
3
2
b
2
−
6
b
2
=
−
4
b
2
3
x
2
−
2
y
2
=
3
x
2
−
2
y
2
de exponenten zijn niet gelijk
de grondtallen zijn niet gelijk
Slide 33 - Tekstslide
Machten van keersommen
(
a
b
)
7
=
a
7
b
7
(
2
a
)
2
⋅
(
−
3
a
)
3
=
2
2
⋅
a
2
⋅
(
−
3
)
3
⋅
a
3
=
4
a
2
⋅
−
2
7
a
3
=
−
1
0
8
a
5
Slide 34 - Tekstslide
Machten van machten
Bij een macht van een macht vermenigvuldig
je de exponenten
(
a
4
)
5
=
a
2
0
(
2
p
4
)
3
=
2
3
⋅
(
p
4
)
3
=
8
p
1
2
Slide 35 - Tekstslide
4
3
=
A
4
⋅
3
B
4
⋅
4
⋅
4
Slide 36 - Quizvraag
2
3
=
A
2
⋅
3
B
2
⋅
2
⋅
2
Slide 37 - Quizvraag
2
6
⋅
2
4
=
A
2
1
0
B
2
2
4
Slide 38 - Quizvraag
4
5
⋅
4
6
=
A
4
1
1
B
4
3
0
Slide 39 - Quizvraag
Rekenregels bij machten
a
5
+
a
3
=
a
5
+
a
3
a
5
+
a
5
=
2
a
5
a
3
⋅
a
5
=
a
8
(
a
3
)
5
=
a
1
5
Optellen
Optellen
Vermenigvuldigen
Machtsverheffen
kan niet korter
gelijke termen
exponenten optellen
exponenten vermenigvuldigen
Slide 40 - Tekstslide
In deze les hebben we behandeld...
...sommen met letters herleiden
...haakjes wegwerken
... rekenen met machten
... getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven
...machten vermenigvuldigen
...machten optellen
... rekenen met machten van machten
Slide 41 - Tekstslide
noem twee dingen die je in deze les geleerd hebt
Slide 42 - Open vraag
noem twee dingen waar je nog (meer) uitleg over wilt
Slide 43 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
wortels en machten
April 2018
- Les met
48 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
h8 herhaling
Mei 2023
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
h8 herhaling
Juni 2024
- Les met
25 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
9.5. H1B
Mei 2022
- Les met
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H8 - HAVO- Herleiden en machten
Juni 2023
- Les met
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
herleiden
15 dagen geleden
- Les met
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
herleiden
November 2023
- Les met
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
herleiden
15 dagen geleden
- Les met
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2