Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is.
Log in bij lessonup.app
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is.
Log in bij lessonup.app
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Terugblik
1. Huiswerk bespreken
2. Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 3 - Tekstslide
Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:
De hond werd geborsteld.
Slide 4 - Open vraag
Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:
Wij hebben vandaag geen Engels gehad.
Slide 5 - Open vraag
Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:
Ik moest namelijk al mijn huiswerk nog maken.
Slide 6 - Open vraag
Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:
Kunnen jullie eigenlijk goed voetballen?
Slide 7 - Open vraag
Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:
De voetballers zijn het oneens met de scheidsrechter.
Slide 8 - Open vraag
Benoem de werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:
Alle leerlingen worden om vier uur in de aula verwacht.
Slide 9 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op:
De kat van de buren... (janken) elke nacht.
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op:
De mentor ... (spreken) iedereen in een mentorgesprekje.
Slide 11 - Open vraag
Leerdoelen:
Ik begrijp de betekenis van schooltaalwoorden.
Ik kan de betekenis van een moeilijk woord vinden door te letten op tegenstellingen.
Ik kan het stappenplan moeilijke woorden gebruiken.
Slide 12 - Tekstslide
Instructie
Tegenstelling
Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
We gaan vandaag op schoolreis. Yoeri is absent, maar gelukkig is Tim er wel.
Wat is de betekenis van absent?
A
aanwezig
B
handig en vlug
C
afwezig
D
iemand die alles zwaar inziet
Slide 15 - Quizvraag
Ik ben een optimist. Ik zie het niet zo somber in. Yoeri zal zo wel komen.
Wat is de betekenis van optimist?
A
iemand die alles van de zonnige kant bekijkt
B
zegt dat het niet zo is
C
zegt dat het wel zo is
D
iemand die alles zwaar inziet
Slide 16 - Quizvraag
We bellen zijn moeder. Zij bevestigt dat Yoeri nog in bed ligt. Hij is dus echt ziek.
Wat is de betekenis van bevestigt?
A
handig en vlug
B
zegt dat het niet zo is
C
zegt dat het wel zo is
D
niet zo makkelijk bewegen
Slide 17 - Quizvraag
Vul het tegenovergestelde in van 'eb'.
Als de zee bij het strand laag staat, is het eb. Staat het water hoog dan is het...
Slide 18 - Open vraag
Vul het tegenovergestelde in van 'donkere'.
Op een donkere achtergrond vallen deze ... letters goed op.
Slide 19 - Open vraag
Vul het tegenovergestelde in van 'snel'.
Als je iets zoekt, lees je snel. Wil je alles goed snappen, dan lees je....
Slide 20 - Open vraag
Zelfstandige verwerking
Brons: blz. 112 opdr. 24, 25, 26
Zilver: blz. 112, opdr. 24, 25, 26
Goud: blz. 112, opdr. 24, 25, 26
Klaar?
Kijk je werk na en streep de opdrachten af op je takenkaart.
Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen.
Oefenen Op Niveau Online.
timer
30:00
Slide 21 - Tekstslide
Maak een zin met het woord 'actief'.
Slide 22 - Open vraag
Vooruitblik B3 Over Taal
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.