V6 SEA 2024-2025 oefenen

V6 SEA 2024-2025 oefenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V6 SEA 2024-2025 oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuis oefenen
Examen 2023 - II
Opgaven 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,10, 12, 20, 25, 32, 33

Onderwerpen uit H2, 4, 5, 7, 17 en 18

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
  • maak een spiekbrief voor de toets
  • maximaal 1 post-it (je mag alleen de voorkant gebruiken)
  • 10 minuten
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke leerdoelen wil jij nog extra uitleg?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke leerdoelen of paragrafen kun jij goed uitleggen aan een ander?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

werkvormen (alleen of in duo's)
Je werkt aan de leerdoelen die je nog niet goed beheerst.
  • Uitleg lastige leerdoelen van docent
  • Uitleg lastige leerdoelen van een klasgenoot 
  • Samen examenopgaven maken en bespreken (CE 2022-II)
  • Oefenen en uitlegvideo's op biologiepagina.nl 
  • De BINAS doornemen - snap je alle relevante tabellen?
  • Examenopgaven in deze lesson-up maken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
1. Geef ik extra uitleg over lastige leerdoelen.
2. Helpen jullie elkaar met het uitleggen van lastige leerdoelen.
3. Oefenen jullie samen examenopgaven (omcirkelde opgaven geprint) en kijken ze samen na.
4. Oefen je opgaven in deze lesson-up.
5. Snap je aan het einde van de les de leerdoelen die je eerst niet snapte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examentraining
  • Opgave 1 t/m 4 - examentraining - H17
  • Lees mee in je boek, maar vul de antwoorden hier in.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind
Duizenden grootvaders liepen rond met onbegrepen neurologische klachten totdat de Amerikaanse kinderarts Randi Hagerman een verband legde tussen de klachten van de grootvaders en de verstandelijke beperking van hun kleinkinderen. De grootvaders waren tot middelbare leeftijd gezond, maar vanaf hun 50ste levensjaar kregen zij geleidelijk meer last van bevingen, motorische problemen en achteruitgang van verstandelijke vermogens. Deze aandoening heet nu het fragiele X-gerelateerde ataxie syndroom (FXTAS). De aandoening van hun zwakbegaafde kleinkinderen wordt het fragiele X-syndroom (FXS) genoemd. De namen verwijzen naar de ‘fragiele’ plaats op het X-chromosoom die ontstaat door een mutatie in het FMR1-gen, namelijk de toename van het aantal CGG-herhalingen (repeats) aan het begin van het gen. Deze plaats is tijdens een mitose onder een gewone microscoop als een dun stukje van het chromosoom zichtbaar.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mutaties waarbij ergens in een gen een aantal extra repeats ontstaat, komen regelmatig voor. Mutaties waardoor het aantal trinucleotide-repeats (herhalingen van drie nucleotiden) verandert, zijn vaak minder ingrijpend dan die van het aantal dinucleotide-repeats (herhalingen van twee nucleotiden).

1. Leg uit waardoor een verandering van het aantal dinucleotide-repeats op moleculair niveau grote gevolgen kan hebben.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Direct achter de promotor van het FMR1-gen liggen bij gezonde personen 6 tot 54 CGG-repeats. De volledige mutatie, met meer dan 200 CGG-repeats, leidt tot methylering en heeft FXS tot gevolg. Bij de premutatie, die kan leiden tot symptomen van FXTAS, ligt het aantal repeats tussen de 55 en 200.
Opvallend is dat als gevolg van de premutatie ongewoon veel mRNA gevormd wordt, wat soms leidt tot ophoping van RNA-eiwitcomplexen, waardoor dit RNA nauwelijks getransleerd wordt. In de afbeelding is een indeling van deze mutaties in het FMR1-gen en hun gevolgen in zenuwcellen weergegeven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Waardoor wordt bij een volledige mutatie het eiwit FMRP niet gevormd?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ongeveer 30% van de mannen is drager van FXTAS. Om dit aan te tonen is het aantal CGG-repeats in het FMR1- gen bepaald. Onderdeel van deze FXTAS-test is de PCR-techniek.

3. Waarop berust het principe van de PCR-techniek?
A
bepalen van de genexpressie
B
hybridiseren van RNA
C
op grootte scheiden van DNA -fragmenten
D
repliceren van DNA-fragmenten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is het resultaat van een FXTAS-test van twaalf mannen en vrouwen afgebeeld. Van elke persoon zijn stukjes DNA met het FMR1-gen gesorteerd op lengte. Bij een volledige methylering zijn geen bandjes zichtbaar, maar verschijnt er een diffuse streep.

4. Wie van deze personen is een man die FXTAS zou kunnen krijgen?
A
persoon 6
B
persoon 7
C
persoon 9
D
persoon 11

Slide 17 - Quizvraag

Persoon 11 heeft een bandje en is een man. Het aantal repeats zit tussen de 50 en 199. De man heeft de premutatie en zou FXTAS kunnen krijgen. (Ook een homozygote vrouw heeft één bandje. Toch is antwoord D het meest juiste antwoord.)  
H5 Erfelijkheid

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een ziekte. De rode personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door een gen dat X-chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn.
Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

H7 Evolutie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Californië worden zogenaamde Shorthorn runderen gefokt. Bij Shorthorn runderen
komen de allelen CR en CW voor vachtkleur voor. Dieren met het genotype CRCR
hebben een rode vacht, dieren met het genotype CRCW zijn roodbont en dieren met
het genotype CWCW zijn wit. In een bepaald gebied/ leven op een bepaald moment 99 rode, 48 witte en 153 roodbonte Shorthorn runderen.
Bereken de frequentie van het allel CR in de genenpool van deze populatie.
Geef je antwoord in procenten.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies