Signaalwoorden

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een signaalwoord?

• Verbindingswoorden 

•Signaalwoorden geven het verband aan tussen,  zinnen en alinea’s.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, hierna, , vervolgens, later, ten eerste, ten slotte,  later,  oorspronkelijk, intussen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming
en, ook, verder, daarbij, bovendien, daarnaast, een ander…, ten eerste, vervolgens, eveneens, noch… noch…, zowel… als…., niet alleen… maar ook…, tevens, voorts, ten slotte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenstelling
maar, echter, toch, doch, niettemin, daarentegen, juist (niet), al(hoewel), desondanks, enerzijds… anderzijds…, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, terwijl (in de betekenis van hoewel)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin: In Mexico is het .... Nederland het hele jaar door warm.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak – gevolg
Oorzaak:  doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van
Gevolg: daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat,
het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
Ik heb een pakketje ontvangen ..... ik een cadeau kon geven aan mijn vriend.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Voorbeeld/ toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
Ik hou ervan om aan het eind van de dag even te ontspannen, ........ door een boek te lezen of een wandeling te maken.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

reden
omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien, daarom, dus  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) 
 aangenomen dat
gesteld dat

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting / conclusie
kortom, samengevat, al met al, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan, met andere woorden

dus, vandaar, daarom, om die redenen, dan ook, kortom, al met al, concluderend, dat betekent, aldus, hieruit volgt

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een tussenkopje?
A
De titel van de tekst
B
De kernzin van een alinea
C
Het belangrijkste woord
D
Een titel boven een alinea

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste zin in een alinea noemen we de ...

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

waar vind je de kernzin meestal in een alinea?
A
dat verschilt per tekst
B
de eerste zin
C
de laatste zin
D
in het midden van de alinea

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een kernzin?
A
De kernzin staat altijd onderaan de tekst.
B
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit een alinea.
C
In de kernzin staat het belangrijkste uit de hele tekst.
D
De kernzin is de zin in het midden van een tekst.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

na de kernzin staan vaak voorbeelden of ....... waardoor je de tekst beter begrijpt

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de goede betekenis.

algemeen bekend = …

A
Dat iedereen het weet
B
Zeker waar
C
Niet altijd zo
D
Goed en vakkundig

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DIERENTUIN MAAKT TWEE GEZONDE BEREN AF


Door: Madelon  Meester
Sevendays, 13 december 2017

Mensen zijn woedend op een dierentuin in Denenmarken. Aalborg Zoo heeft twee gezonde beren van 20 en 21 jaar laten inslapen. De reden: het verbleef voldeed niet meer aan de moderne eisen.

Volgens de dierentuin had het ook geen zin om de beren naar een andere plek te verplaatsen, omdat ze te oud waren. Dat laat de dierentuin op Facebook weten.


Woedende reacties
Veel mensen zijn woedend. Ze vragen
zich af waarom er geen geld is uitgegeven
om de hokken te verbeteren,  in plaats van twee gezonde beren te doden.

De dierentuin zegt op Facebook dat de dode beren nu worden gebruikt voor de wetenschap. De lichamen van de beesten kunnen helpen bij onderzoek naar allerlei ziektes.

Giraf Marius
Een paar jaar geleden werden in een andere dierentuin in Denenmarken leeuwen afgemaakt, omdat ze te oud waren. In dezelfde dierentuin werd ook de gezonde giraf Marius gedood.

Slide 28 - Tekstslide

De tekst gaat over een dierentuin die twee gezonde beren heeft afgemaakt, tot grote woede van het publiek.

De tekst bestaat uit 5 alinea's.
Elke alinea is een apart bouwsteentje. 
Bekijk alle bouwsteentjes één voor één.
Opdracht

Lees alle alinea's nog eens rustig door.
Elke alinea gaat over een nieuw stukje van het onderwerp.
De belangrijkste zin van de alinea noem je de kernzin.

Noteer de kernzinnen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelduitwerking kernzinnen

1. Aalborg Zoo heeft twee gezonde beren van 20 en 21 jaar laten inslapen.
2. Volgens de dierentuin waren de beren te oud.
3. Veel mensen zijn woedend.
4. De dierentuin zegt dat de dode beren nu worden gebruikt voor de wetenschap.
5. In een andere dierentuin werd ook de gezonde giraf Marius gedood.

Slide 30 - Tekstslide

Zin 2 is iets ingekort. Letterlijk stond er:
Volgens de dierentuin had het ook geen zin om de beren naar een andere plek te verplaatsen, omdat ze te oud waren.
Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
  1. Inleiding
  2. Kern (middenstuk)
  3. Slot

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kern
  • Grootste gedeelte van de tekst
  • Meerdere alinea's
  • Deelonderwerpen, zoals uitwerking van een onderzoek, argumenten bij een mening

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind je de kernzin?
  • In de eerste of laatste zin van een alinea staat vaak de belangrijkste informatie            kernzin.
  • De andere zinnen geven meestal een uitleg/voorbeelden bij de kernzin.
  • In elke alinea staat een kernzin.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies