11, 12: Beeldende kunst, literatuur en taal

Epigram en herhaling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Epigram en herhaling

Slide 1 - Tekstslide

De koning van Spanje tijdens de Tachtigjarige oorlog was:
A
Filips I
B
Filips II
C
Alva
D
Karel V

Slide 2 - Quizvraag

Na de middeleeuwen kwamen er meer centraal geregeerde monarchieën.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Willem van Oranje was de landsadvocaat van de Republiek der Verenigde Nederlanden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heette de vergadering van de vertegenwoordigers van de zeven gewesten?

Slide 5 - Open vraag

Renaissance betekent letterlijk:
(1 woord)

Slide 6 - Open vraag

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God, maar als iets wat uit hemzelf voortkwam
A
Antropocentrisme
B
Empirisme
C
Humanisme
D
Individualisme

Slide 7 - Quizvraag

Het hoogste ideaal in de Renaissance, een mens dat uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur, noemde men ook wel de

Slide 8 - Open vraag

Kunstenaar



Middeleeuwen: ambachtsman


Renaissance: geleerde

Slide 9 - Tekstslide

Kunst in de Renaissance
3 kenmerken

Slide 10 - Tekstslide

1: Realisme
Moet zo realistisch mogelijk zijn (perspectief, portretten)

Naaktheid kwam ook meer voor (2 redenen)

Slide 11 - Tekstslide

2: Estheticisme
- Kunst moest mooi zijn
- Toepassen van symmetrie



< > Middeleeuwen (kunst was functioneel)

Slide 12 - Tekstslide

3: Classicisme
- Weergeven van taferelen uit de oudheid
- Zuilen (bouwkunst)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

§12: Literatuur en taal

Slide 15 - Tekstslide

1: Classicisme
- Veel aandacht voor het Latijn; zowel in de wetenschap als in de eigen taal (zinsconstructies).

- Beoefening klassieke genres, zoals:
  • Epigram / puntdicht
  • Sonnet

                                

                                  > tegenbeweging: purisme (neologismen)





Slide 16 - Tekstslide

1: Classicisme
Literatuur uit de oudheid was de maatstaaf voor de eigen literatuur.
 
3 stadia

- translatio (vertalen)
- imitatio (nadoen)
- aemulatio (verbeteren)
                             --> ontstaan nieuwe genres (2)




Slide 17 - Tekstslide

Aforisme
Een gek die zwijgen kan, gaat door voor een verstandig man.


Constantijn Huygens
Voorbeeld aemulatio: nieuwe genre!

Slide 18 - Tekstslide

Essay
Persoonlijke mening over een onderwerp (moralistisch).
Voorbeeld aemulatio: nieuwe genre!

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

2: realisme
geloofwaardigheid van de personages.

Slide 21 - Tekstslide

Taal
Hollandse dialect groeide uit tot de standaardtaal (±1700)

Grote invloed: De Statenbijbel (1637)

Slide 22 - Tekstslide

3: estheticisme
Uitte zich in de regelgeving

  • Veel aandacht voor vorm



Veel beoefend genre --> het sonnet

Slide 23 - Tekstslide

Epigram / puntdicht

Slide 24 - Tekstslide

Een dokter uit Essen
verkocht mij al zijn flessen
met een speciale liefdesdrank.
Ik kreeg echter stank voor dank,
want hij stond mij te flessen.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Een epigram (puntdicht, sneldicht) is een kort en bondig gedicht met een woordspeling of pointe.
Maak nu zelf een epigram voor na de meivakantie. Gebruik een woord met verschillende betekenissen (homoniem) en geef er een creatieve draai aan. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video