t/h week 38 zakelijk schrijven + werkwoordspelling

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek + oefenboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek + oefenboek
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader

Slide 1 - Tekstslide

Kijk mee naar een paar opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Feedback creatief schrijven
1. Let op hoofdletters en leestekens!

2. Beschrijf details

3. Maak gebruik van mooie, maar passende afbeeldingen

4. Zet duidelijk neer wat de boodschap van de tekst is

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige- en in de verleden tijd
- Ik kan in een zin een passende vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige- of verleden tijd invullen
- Ik kan de bijzonderheden in de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige- en verleden tijd uitleggen
- Ik kan zelf zinnen bedenken met moeilijkheden in de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige- of verleden tijd


Slide 4 - Tekstslide

Wat is een 'persoonsvorm'?

Slide 5 - Open vraag

De persoonsvorm
Dit is de vervoegde vorm van een werkwoord.
De persoonsvorm hoort bij het onderwerp van de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

ik
jij achter persoonsvorm

jij
hij/zij/het

.
.
hele werkwoord -en


hele werkwoord -en  +t

Slide 7 - Tekstslide

Vul de tegenwoordige tijd in:
De winst (bedragen) duizend euro.

Slide 8 - Open vraag

Verbrandt jij snel in de zon?
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

De huisarts (verbinden) de wond van de patiënt.

Slide 10 - Open vraag

Zelf aan de slag
1) les 13 (p. 166)
Opdrachten: 5 t/m 10
Extra opdrachten: 1 t/m 4
Verdiepingsopdrachten: 11, 13 en 14

2) Kijk je antwoorden na!

3) Leer de woordjes uit de woordenlijst.








Slide 11 - Tekstslide