Economisch beleid hoofdstuk 2

Conjunctuurbeleid

hoofdstuk 2

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Conjunctuurbeleid

hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Geldillusie?

Slide 2 - Tekstslide

Nominaal vs reeel
  • Inflatie 14% => loon +10 % => leraren blij
  • Inflatie 0% => loon -4 % => leraren boos

=> inflatie biedt ruimte voor reële loondaling bij nominale loonstijging
=> geldillusie (nominaal) 

Slide 3 - Tekstslide

BBP
  • Toegevoegde waarde (marktprijzen)
  • Particulier (ook export) + Overheidbestedingen 
  • 1 periode (jaar)
  • BBP Nederland => ongeveer 1000 miljard euro
  • BBP per hoofd => ongeveer 50.000 euro

Slide 4 - Tekstslide

BBP
BBP = Bruto Binnenlands Product

Kan berekend worden op drie manieren:
- Objectieve methode (toegevoegde waarde)
- Subjectieve methode (primaire inkomens/model)
- Bestedingsmethode (model)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Twee manieren om het BBP
uit het model te berekenen
1. Als de optelsom van alle bestedingen 
= C + I + O + (E - M)
bestedingsmethode 

2. Als de optelsom van alle uitsplitsingen van het inkomen
Y = C + S + B
subjectieve methode 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

BBP zegt niet alles
  • Hoogte BBP zegt niets over de inflatie in een land
  • Hoogte BBP zegt niets over de Lorenzcurve in een land
  • Hoogte BBP zegt niets over omvang informele economie
  • Hoogte BBP zegt niets over welvaart in brede zin (Human Development Index, CBS Monitor Brede Welvaart)

Slide 11 - Tekstslide

Welvaart (maatstaven)
1. BBP per inwoner, nadelen:
  • zegt niets over verdeling
  • neemt vrijwilligerswerk en huishoudelijk werk niet mee
  • neemt zwart werk niet mee
2. Groene BBP
  • gaat uit van BBP
  • neemt natuur, milieu en duurzaamheid ook mee
3. Human Development Index (HDI)
  • gaat uit van het BBP
  • neemt volksgezondheid (m.n. levensverwachting) en niveau van scholing ook mee

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Goed idee?
  • Bezuinigen vanwege overheidsbegroting
  • Effect op 'de economie' (Reëel BBP of Y)?
  • Waarvan afhankelijk?

Slide 17 - Tekstslide

Groei & Stabiliteitspact (EMU)
  • EMU = Economische & Monetaire Unie (Eurolanden)
  • Regels over begroting, aan de hand van percentages van het BBP

  • Jaarlijks tekort (EMU-saldo) kleiner dan 3% van BBP
  • Staatsschuld (EMU-schuld) kleiner dan 60% van BBP

Slide 18 - Tekstslide

Output gap
Y - Y*  
Y = werkelijk BBP
Y* = potentieel BBP 

Y < Y * = onderbesteding
Y > Y* = overbesteding
Y=Y*  = bestedingsevenwicht

Slide 19 - Tekstslide

Y*
  • Y* = potentiele BBP
  • Lange termijn
  • Arbeid, Kapitaal, Factorproductiviteit => 'productiefunctie'

=> let op: potentieel ≠ maximaal!

Slide 20 - Tekstslide

Output gap en inflatie
  • Positieve output gap in hoogconjunctuur --> hoog risico op inflatie
  • Negatieve output gap in laagconjunctuur --> laag risico op inflatie

Twee soorten inflatie (bij positieve output gap)
  • Hoge bestedingsinflatie vanwege hoge bestedingen
  • Hoge kosteninflatie vanwege krappe arbeidsmarkt en hogere loonkosten.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Keynes: anticyclisch begrotingsbeleid
Het conjunctuurbeleid van de overheid is erop gericht de conjunctuurgolven af te zwakken.

  • Tijdens laagconjunctuur: gas geven, economie stimuleren
  • Tijdens hoogconjunctuur: op de rem trappen, economie afremmen

Slide 24 - Tekstslide

Anticyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding zal de overheid:

  • Eigen uitgaven vergroten --> meer vraag --> meer productie nodig --> meer arbeiders nodig --> conjuncturele werkloosheid daalt. 
  •  Belastingen verlagen --> consumenten houden meer inkomen over --> meer vraag --> meer productie --> meer arbeiders --> daling conjuncturele werkloosheid 

Slide 25 - Tekstslide

Procyclisch begrotingsbeleid
In een periode van onderbesteding zal de overheid soms procyclische handelen als er niet genoeg geld is.

  • Belastingen verhogen
  • Bezuinigen op eigen uitgaven

=> Risico is dat ze de laagconjunctuur verergeren

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Noem een anti-cyclische beleidsmaatregel die in de Corona periode is genomen.
A
NOW-subsidie
B
NPO budgetten voor onderwijs
C
Verlagen van de rente
D
Extra budgetten voor inentingen van Corona vaccins

Slide 29 - Quizvraag

I: bij hoogconjunctuur is het politiek lastig om anti-cyclisch beleid te voeren
II: anti-cyclisch beleid kan door politieke besluitvorming omslaan in pro-cyclisch beleid
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist II: onjuist
D
I: onjuist II: juist

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Waarom lukt dit niet?
  • Doel is anticyclisch
  • We gaan ervan uit dat het werkt (Keynes)
  • Wat is het probleem?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Automatische Stabilisatoren
  • Mechanismen in de economie die de conjunctuurbeweging automatisch afvlakken
  • Wat zouden dat kunnen zijn?

Slide 34 - Tekstslide

Automatische Stabilisatoren
  • Sociale uitkeringen
  • Progressieve belastingen

  • Hoe werkt dit bij hoogconjunctuur (positieve output gap)?
  • Hoe werkt dit bij laagconjunctuur (negatieve output gap)?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Deze week behandeld
  • BBP (Objectief, Subjectief, Bestedingen)
  • Conjunctuur
  • Output gap (+ of -)
  • Anticyclisch/procyclisch beleid (problemen)
  • Inverdien/uitverdieneffecten
  • Automatische stabilisatoren (progr. belasting, uitkeringen)

Slide 37 - Tekstslide

Kijktip!
  • Boom Bust Boom  (NPO extra)
  • The Big Short (Netflix)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link