In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Koolstofkringloop
Slide 1 - Tekstslide
Filmpje: let op ...
Wat zijn broeikasgassen (en wat doen ze)?
Hoe zijn er meer broeikasgassen in de atmosfeer van de aarde gekomen?
Wat is het broeikaseffect?
Welke (biologische) gevolgen heeft het stijgen van de temperatuur?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Filmpje: let op ...
Wat zijn broeikasgassen (en wat doen ze)?
Hoe zijn er meer broeikasgassen in de atmosfeer van de aarde gekomen?
Wat is het broeikaseffect?
Welke (biologische) gevolgen heeft het stijgen van de temperatuur?
Slide 4 - Tekstslide
klimaatverandering komt door een verstoring van de (koolstof)kringloop
-->niet duurzaam
Slide 5 - Tekstslide
Wat is duurzaamheid?
Iets dat duurzaam is zorgt ervoor dat een ecologisch systeem lang kan bestaan en niet beschadigt raakt.
Slide 6 - Tekstslide
Duurzaam
Niet
Duurzaam
Slide 7 - Sleepvraag
Duurzaamheid
Iets dat duurzaam is, draagt o.a. bij aan het behoud van het ecologisch evenwicht.
Het ecologisch evenwicht betekend dat aantallen van een soort (populatie) in een gebied ongeveer gelijk blijft.
Duurzaamheid zorgt ervoor dat het habitat van dieren niet veranderd, en dus dat de aantallen in evenwicht blijven.
Slide 8 - Tekstslide
Klimaatverandering
Door klimaatverandering (abiotische factoren) is er sprake van verandering in het habitat van dieren -->het is een verstoring.
Het ecologisch evenwicht veranderd.
Draagkracht kan toe- of afnemen.
Biotische factoren kunnen hierdoor ook veranderen.
Slide 9 - Tekstslide
De biotische factor veranderd, maar hoe bepaal je hoe deze veranderd?
Slide 10 - Tekstslide
Bijv. populaties tellen
Tel aantal organismen van een soort.
Steekproef tellen en rest schatten
Schatten op basis van andere factoren (als je de dieren zelf nooit ziet)
Vangen en merken --> volgende dia
Slide 11 - Tekstslide
Vangen en merken
Vang een aantal dieren
Geef deze een merkje (bijv. dingetje aan de poot)
Zet deze terug in hun habitat
Vang na een tijdje een aantal dieren
Bereken de populatiegrootte op basis van de verhouding tussen dieren met en zonder merk.
--> Let op! Het gaat hier om een schatting
Slide 12 - Tekstslide
Vangen en merken
Stel je wil weten hoeveel konijnen er op Texel wonen
Je vangt een aantal konijnen (15)
Je merkt deze, bijvoorbeeld met een chip
Je laat ze vrij
Je vangt een aantal konijnen (11)
Je kijkt hoeveel er gemerkt zijn (3)
-->bereken (geschatte) populatiegrootte
Slide 13 - Tekstslide
Vangen en merken
Maak een kruistabel
Slide 14 - Tekstslide
Vangen en merken
-->
Kruistabel invullen
Slide 15 - Tekstslide
Vangen en merken
Aantal konijnen is (11 x 15) / 3
(totale vangst 2 x totale vangst 1)/gemerkte konijnen vangst 2
Slide 16 - Tekstslide
Zelf proberen
Je wil het aantal kikkers in een grote plas weten
De eerste keer vang je er 155, die merk je allemaal en laat je vrij
De tweede keer vang je er 93, waarvan er 19 gemerkt zijn
Hoe groot zal de populatie kikkers zijn?
Slide 17 - Tekstslide
Zelf proberen 2
Hoeveel eekhoorns wonen er in het Heumesoord (Nijmegen)
De eerste keer vang je er 197, die merk je en laat je weer vrij. De tweede keer, een week later, vang je er 158. Daarvan zijn er 36 gemerkt.
Hoe groot zal de populatie eekhoorns in het Heumesoord zijn?
Slide 18 - Tekstslide
Maar ...
Stel, je merkt dat de dieren last hebben van het merkje er er langzamer van worden (het gaat bijv. om een ringetje om de poot die in de weg zit bij lopen). Is de populatie die echte populatie dan groter of kleiner dan je schatting?
Slide 19 - Tekstslide
Veranderingen in populaties
Populaties kunnen naast verstoringen in het habitat ook om andere redenen veranderen grootte:
Geboorte en sterfte
Intraspecifieke competitie (competitie binnen de soort)
Migratie
Slide 20 - Tekstslide
Successie
Van een kale vlakte naar een volgroeid ecosysteem (bos) gaan met veel biodiversiteit
Slide 21 - Tekstslide
Sucessie
Dit bos was er niet altijd
Slide 22 - Tekstslide
Sucessie
Ooit was het zo kaal als dit
--> wat is er dan gebeurt?
Slide 23 - Tekstslide
Successie
Successie is het proces waarbij organismen een gebied koloniseren, het gebied aanpassen, en na verloop van tijd door nieuwe soorten worden verdreven uit het gebied.
Welke soorten in het gebied leven veranderd dus tijdens successie.
Dit zie je o.a. terug na natuurrampen als vulkaanuitbarstingen, bosbranden of overstromingen.
Slide 24 - Tekstslide
Successie in Alaska: Glacier bay
Door klimaatverandering wordt het warmer op aarde
Gletsjers smelten en trekken zich terug
Hierdoor komt er grond vrij waarop successie kan plaatsvinden
--> Leg fasen op de goede volgorde!
Slide 25 - Tekstslide
Successie in Glacier Bay
In welke Volgorde horen deze plaatjes?
Slide 26 - Tekstslide
Successie in Glacier Bay
Kale vlakte-->paar bloemetjes-->Struiken en paar bomen-->bos
Slide 27 - Tekstslide
Successie
Kale vlakte
De gletsjer heeft zich teruggetrokken en laat een kale vlakte na. Hierop leeft niks.
Slide 28 - Tekstslide
Sucessie
Pionierplanten vestigen
De eerste (kleine) planten vestigen zich op het land. Zij hebben een groot tolerantiegebied.
Bodem wordt vruchtbaardoor door vorming van hummus.
Bodem blijft meer op 1 plek.
Slide 29 - Tekstslide
Sucessie
Meer planten volgen
Na een tijdje zullen de omstandigheden beter worden voor meer soorten (bijv. meer hummus, vastere grond). Meer planten, en ook grotere soorten zullen gaan vestigen.
Pionierplanten kunnen zelfs verdreven worden door de nieuwe concurrentie.
Slide 30 - Tekstslide
Successie
Climaxecosysteem
Na een tijd zal de kale vlakte zijn uitgegroeid tot een volledig bos
Dit bos mag zichzelf een ecosysteem noemen (afgegrensd gebied waar organismen leven in wisselwerking met plaatselijke biotische en abiotische factoren)