Beeldspraak 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Beeldspraak 1

Welkom 4V

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel. 

Vandaag:

- opdracht 21 t/m 25 (blz. 108) bespreken.

Poëzie

- beeldspraak

Je kunt verschillende vormen van beeldspraak in gedichten benoemen en uitleggen. 

Wat is poëzie?

Poëzie: 

- weinig woorden, veel betekenis

interpretatiemogelijkheid

- betekenis door vorm

stijlfiguren, beeldspraak, witregels

- voordragen

rijm en ritme

Beeldspraak (blz. 156)

Met een beeld wordt beschreven wat iemand letterlijk bedoelt. 

Metafora:

- vergelijking met verbindingswoord

- zuivere metafoor

- personificatie

- synesthesie

- homerische vergelijking

Metonymia:

- pars pro toto

Vergelijking met verbindingswoord

Van, alsof, koppelwerkwoord, als

Hij was zo sterk als een leeuw.

Zuivere metafoor

Alleen het beeld wordt genoemd, niet de werkelijkheid. 

Die slang heeft me bedrogen.

Homerische vergelijking

Zoals een storm woest over de zee raast, zo stormde de krijger door het slagveld.

Personificatie

De wind fluisterde zachtjes door de bomen.

Synesthesie

Een schreeuwende kleur.

Metonymia

Eén aspect van de werkelijkheid wordt genoemd om het beeld te bepalen. 

Pars pro toto: 

Dat ging aan zijn neus voorbij.

Werk in stilte. Welke beeldspraak herken je?

1. Hij had een bittere stem.

2. De zon glimlachte door de wolken heen.

3. Zijn handen waren zo koud als ijs.

4. Wat een zwijnenstal, je moet echt eens opruimen. 

5. Hij is een echte boekenwurm.

Welke kenmerken van poëzie herken je?

Overleg alleen fluisterend. 

Maak opdracht 1 en 2 (blz. 148)

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 

Maak opdracht 3 en 4 (blz. 148).