1HAd grammatica gezegde/zinsdelen

Grammatica 1 h/v 

Gezegde en zinsdelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 1 h/v 

Gezegde en zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

- Illustraties laten zien
- Uitleg gezegde en zinsdelen
- Maken huiswerkopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg gezegde


Het gezegde van een zin zijn alle werkwoorden uit de zin. Dit zijn dus alle werkwoorden die je onderstreept hebt. Verder horen aan het en te ook bij het gezegde als ze vlak voor een werkwoord staan.

Ik ben met mijn broer in Australië aan het videobellen.
      pv                                                                              inf
Gezegde: ben aan het videobellen


Aan de waterkade stonden de kinderen op de boot te wachten.
                                         pv                                                               inf
Gezegde: stonden te wachten

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg zinsdelen


Om de zin goed te ontleden moet je de zin in zinsdelen verdelen. Hier zijn drie regels voor:

1. Je zet voor en achter de zin een streep.

2. Elk werkwoord is een eigen zinsdeel. 
(let op: als aan het en te  voor het werkwoord staan, blijven die bij het werkwoord in het zinsdeel)

3. Je moet het gedeelte helemaal voor de pv kunnen zetten. 
(let op: zo groot mogelijk)

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeldzin:
Ik ben gisteren met mijn vader naar de winkel geweest.
      pv                                                                                    vd
Gezegde: ben geweest


Zinsdeelstrepen per stap: Voor en achter de zin
/ Ik ben gisteren met mijn vader naar de winkel geweest / .

Zinsdeelstrepen per stap: Elk werkwoord een eigen zinsdeel
/ Ik / ben / gisteren met mijn vader naar de winkel / geweest / .

Zinsdeelstrepen per stap: Zo groot mogelijk voor de pv
/ Ik / ben / gisteren / met mijn vader / naar de winkel / geweest / .

Slide 5 - Tekstslide


Zijn de zinsdeelstrepen in de onderstaande zin goed of fout geplaatst?
/ Hij / ging / gisteren / met zijn broertje / voetballen / op het veldje / .
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin zijn de zinsdeelstrepen goed geplaatst?
A
/ Dat / vernieuwde / restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .
B
/ Dat vernieuwde restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .
C
/ Dat vernieuwde restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed bezocht / .
D
/ Dat / vernieuwde / restaurant / werd / door de buurtbewoners / goed / bezocht / .

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde in de volgende zin?

De gemaakte deurbel was naar twee dagen weer verwijderd.
A
was verwijderd
B
gemaakte was verwijderd
C
verwijderd
D
was

Slide 8 - Quizvraag

Zijn de zinsdeelstrepen in de onderstaande zin goed geplaatst?

/ Ik / ben / mijn nieuwe fiets / aan het / wassen / .
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin zijn de zinsdeelstrepen goed geplaatst?
A
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering / op Netflix / al / gezien ?
B
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering op Netflix / al / gezien / ?
C
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering / op Netflix / al / gezien / ?
D
/ Wie / heeft / die nieuwe aflevering op Netflix / al gezien / ?

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het gezegde van de volgende zin?

Marieke en Johan zijn met samen met hun neefjes naar de spannende voetbalwedstrijd aan het kijken.
A
zijn spannende aan het kijken
B
zijn spannende kijken
C
zijn aan het kijken
D
zijn kijken

Slide 11 - Quizvraag

Benoem in de onderstaande zin de pv, inf, vd, gezegde en zet zinsdeelstrepen. Het kan zijn dat niet alle onderdelen in de zin voorkomen.

Mijn tante heeft gisteren een nieuw huis gekocht.

Slide 12 - Open vraag

Benoem in de onderstaande zin de pv, inf, vd, gezegde en zet zinsdeelstrepen. Het kan zijn dat niet alle onderdelen in de zin voorkomen.

Ik heb de nieuwe versie van Zoom niet kunnen installeren.

Slide 13 - Open vraag

Aan de slag....
 

Maak opdracht  6, 7 en 9  
van het grammaticaboekje.



Slide 14 - Tekstslide


Wat heb je deze les geleerd?

Slide 15 - Open vraag


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Bedankt voor
je aandacht!

Slide 17 - Tekstslide