Om na te gaan of er zuurstoftekort is, meet je de hoeveel zuurstof die aan hemoglobine gebonden is. Dit kan door saturatie worden gemeten. Er zijn twee manieren om de saturatie te meten:
- Bloedgasanalyse: er wordt bloed afgenomen uit een slagader. Het bloed wordt onderzocht op zuurstofverzadiging. Dit wordt de SaO2 genoemd.
- Meten met een pulse oximeter, ook wel saturatiemeter genoemd, op vinger, teen of oor. De saturatie wordt uitgedrukt in een percentage en geeft aan welk percentage hemoglobine volledig verzadigd is met zuurstof.
Wat de optimale waarde van de saturatie is kan per persoon variëren. Cliënten met chronische longaandoeningen zoals astma en COPD kunnen een lage zuurstofstofsaturatie hebben zonder acute benauwdheidsklachten. Dit komt omdat het lichaam zich geleidelijk aanpast aan het zuurstoftekort.
Oudere mensen hebben over het algemeen ook lagere zuurstofsaturaties.
Stel daarom per cliënt in overleg met de arts vast wat het optimale zuurstofpercentage is. En bij welke (onder)waarde er overleg moet plaatsvinden. Leg dit vast in het dossier van de cliënt. Bij gezonde mensen is de normaalwaarde 95% tot 100%.