Nederlands Oefening spreekwoorden & uitdrukkingen Klas 3
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vul in:
Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.
Als de ... van huis is, dansen de muizen op tafel.
Slide 2 - Open vraag
Wat betekent:
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel?
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel?
Slide 3 - Open vraag
Vul in:
Je zult de hand in eigen ...... moeten steken.
Je zult de hand in eigen ...... moeten steken.
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent:
Je zult de hand in eigen boezem moeten steken?
Je zult de hand in eigen boezem moeten steken?
Slide 5 - Open vraag
Vul in:
Een ... in het nauw maakt rare sprongen.
Een ... in het nauw maakt rare sprongen.
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent:
Een kat in het nauw maakt rare sprongen?
Een kat in het nauw maakt rare sprongen?
Slide 7 - Open vraag
Vul in:
Dat is .... na de maaltijd.
Dat is .... na de maaltijd.
Slide 8 - Open vraag
Wat bekent:
Dat is mosterd na de maaltijd.
Dat is mosterd na de maaltijd.
Slide 9 - Open vraag
Vul in:
Hij groeit op voor ... en rad.
Hij groeit op voor ... en rad.
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent:
Hij groeit op voor galg en rad.
Hij groeit op voor galg en rad.
Slide 11 - Open vraag
Vul in:
De beste ... staan aan wal.
De beste ... staan aan wal.
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent:
De beste stuurlui staan aan wal.
De beste stuurlui staan aan wal.
