Hersenschors, ruggenmerg en reflexen

Hersenschors, het ruggenmerg en reflexen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Niet-aangeboren hersenletselMBO

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hersenschors, het ruggenmerg en reflexen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je krijgt inzicht in de opbouw en werking van de hersenschors en het ruggenmerg
  • Je kunt de verschillende delen van de hersenschors en de functies benoemen
  • Je kunt begrippen uitleggen zoals een reflex en een reflexboog






Slide 2 - Tekstslide

De cortex is de buitenste laag van de grote hersenen. Het bevat hersenwindingen die door hersengroeven worden gescheiden. 

Slide 3 - Tekstslide

De hersenschors
In dit gebied wordt de informatie van de rest van het lichaam opgevangen en verwerkt
Informatie wordt in de hersenschors omgezet in:
  • gedachten, innerlijke spraak en mentale beelden
  • concrete aansturing van het lichaam (zoals spreken en handelen)


Slide 4 - Tekstslide

Hersenschors
Er zijn een motorische, sensorische, associatieve, auditieve en een visuele hersenschors

Slide 5 - Tekstslide

Motorische hersenschors
  • Uitvoeringen van de beweging (motoriek) geregeld
  • Op de motorische schors heeft elke skeletspier zijn eigen plekje van waaruit de prikkels naar de betreffende spier wordt gestuurd



Slide 6 - Tekstslide

motorische schors
De precisie waarmee spier beweegt, bepaalt aantal contacten tussen hersenen en spier: vingers nemen een groot deel in van de motorische schors
De illustratie geeft aan in welke mate lichaamsdelen ruimte innemen op de motorische schors

Slide 7 - Tekstslide

sensorische hersenschors
  • Gewaarwording van gevoelsprikkels
  • Druk, tast, pijn en het bewegingsgevoel
  • Elk lichaamsgebied heeft eigen plaats op de sensibele schors
  • Lichaamsgebieden met een fijne gevoeligheid beslaan een groter oppervlakte


 

Slide 8 - Tekstslide

associatieve hersenschors
Hier wordt betekenis gegeven aan de verschillende sensorische prikkels
In dit gebied komen prikkels vanuit de zintuigen, zoals het gevoel, het zicht en het gehoor samen

 

Slide 9 - Tekstslide

auditieve schors
De auditieve schors
Hierin eindigen zenuwceluitlopers die de gehoorprikkels uit het gehoororgaan vervoeren.
Geluidsprikkels worden verwerkt
Dit zorgt dat men bewust wordt van wat er gehoord wordt.

Slide 10 - Tekstslide

De optische hersenschors
Hierin eindigen de vezels die de prikkels uit de netvliezen van de ogen vervoeren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

hersenschors
hersenstam
kleine hersenen

Slide 13 - Sleepvraag

In de auditieve schors ...
A
vindt de gewaarwording van gevoelsprikkels plaats
B
wordt de fijne motoriek geregeld
C
worden gehoorprikkels verwerkt
D
worden de prikkels vanuit het netvlies van de ogen verwerkt

Slide 14 - Quizvraag

Wat is waar?
1. De buitenkant van de grote hersenen noemen we de hersenschors.
2. In de hersenschors wordt informatie uit de rest van het lichaam ontvangen.
A
Alleen bewering 1 is juist.
B
Alleen bewering 2 is juist.
C
Beide beweringen zijn juist.
D
Beide beweringen zijn onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Lichaamsgebieden met een fijne gevoeligheid beslaan een groter oppervlakte op de hersenschors

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Opbouw wervelkolom en ruggenmerg
Wervels en tussenwervelschijven
Het ruggenmerg bestaat uit een bundel zenuwbanen (Axonen) en loopt door het wervelkanaal
Het ruggenmerg verbindt het centrale zenuwstelsel via het onderste deel van de hersenen met de rest van het lichaam (perifere zenuwstelsel)

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je al over reflexen?
Welke reflexen ken je al?

Slide 18 - Woordweb

Reflexen
  • Een vaste, onbewuste snelle reactie van het lichaam. 
  • Je noemt de weg die impulsen tijdens de reflex afleggen een reflexboog
  • Bij reflexen zijn zintuigcellen, sensorische zenuwen, schakelcellen in het centrale zenuwstelsel, motorische zenuwen en spieren en klieren betrokken.
  • De grote hersenen spelen geen directe rol bij de reflexen








Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is een reflex?

Slide 21 - Open vraag

Welke onderdeel van het centraal zenuwstelsel is niet betrokken bij reflexen?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Bij reflexen in het gezicht gaat de reflexboog niet via het ruggenmerg. Via welk onderdeel van het centraal zenuwstelsel gaan zulke reflexbogen?

Slide 24 - Open vraag

Een reflex verloopt erg snel 
  • Doordat de sensorische impulsen, vanuit het zintuig in het ruggenmerg direct overgeschakeld worden op motorische neuronen
  • De doorschakeling vindt op dezelfde hoogte plaats als waar de impuls binnenkwam

Slide 25 - Tekstslide

Belangrijke functie van reflexen
een bescherming van het lichaam tegen invloeden van buitenaf
Spierreflexen voor handhaving van de lichaamshouding

Slide 26 - Tekstslide

Denk je dat je een reflex kunt onderdrukken?

Slide 27 - Open vraag

Vele reflexen verlopen zonder dat je het merkt
Dit zijn reflexen van het autonome zenuwstelsel. Ze hebben betrekking op glad spierweefsel en op de hartspier

Je bent je wel bewust van reflexen waar dwarsgestreepte spieren bij zijn betrokken, dit zijn de spieren waar jezelf controle over hebt

Slide 28 - Tekstslide

Leren hoofstuk 2
lezen hoofdstuk 3 en 4

Slide 29 - Tekstslide