In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
T V 2 B
23 oktober
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Startopdracht werkwoordspelling
Welke vraag stel je voordat je een ww schrijft?
Het ......[gebeuren, tt] vaak dat er uitval is.
".....[melden] je maar snel bij je mentor, Lieke!"
Dat .....[verbazen, tt] me wel.
Ze heeft deze man .....[achtervolgen] naar zijn huis.
..... [berichten] je broer gisteren dat hij ziek is?
Slide 2 - Tekstslide
Startopdracht werkwoordspelling
Welke vraag stel je voordat je een ww schrijft?
Het GEBEURT vaak dat er uitval is.
"MELD je maar snel bij je mentor, Lieke!"
Dat VERBAAST me wel.
Ze heeft deze man ACHTERVOLGD naar zijn huis.
BERICHTTE je broer gisteren dat hij ziek is?
Slide 3 - Tekstslide
Programma P2 (tot aan kerst)
Fabels lezen en schrijven
Theorie leesvaardigheid (Theorie Hst. 1.3, 2.3 en 3.3 uit Talent en deze toepassen op allerlei teksten)
Thema: onderwijs
Werkwoordspelling oefenen
=> TEA 2-toets : leesvaardigheid
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel deze week
Je weet wat de leerdoelen zijn van deze periode
Je weet wat een fabel is en hebt er een paar gelezen
Je kent de ontwikkeling van de Nederlandse taal (Oud-, Middel- en Modern Nederlands)
Je gaat je e-mail verbeteren aan de hand van eerder gegeven feedback
Vandaag krijg je je Fabelreader: neem deze iedere les mee!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen fabel
Slide 7 - Tekstslide
Lessenreeks Fabels door de eeuwen heen
Slide 8 - Tekstslide
Nederlands is onderdeel van Indo-Europese talen
Slide 9 - Tekstslide
Oud- Middel- en Modern Nederlands
Slide 10 - Tekstslide
Oudst bekende Nederlandse liefdesversje (plm. 1100)
Hebban olla vogala nestas hagunnan
hinase hic enda thu
wat unbidan we nu
In die tijd werden verhalen mondeling vaak overgeleverd.
opgeschreven als pennenproef door Vlaamse monnik in Engels klooster
'pennenproef': enkele woorden neergeschreven om een nieuwe ganzenveer uit te proberen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Ontwikkeling van het Nederlands
Oudnederlands: 800-1150. Naast 'Hebban olla vogala' weinig andere teksten. Ouder zijn het Oudengelse Beowulf (675-860) en het Franse Chanson de Roland (1100). Veel Latijn!
Middelnederlands1200 - 1500: verzamelterm; dialecten en geen standaardtaal
Verschillen: Bv: rig=rug; solen= sullen= selen
Slide 13 - Tekstslide
Fabel: Van de vos Reynaerde
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Spelling Middelnederlands
Slide 16 - Tekstslide
Spelling Middelnederlands
Slide 17 - Tekstslide
Spelling (2)
Woorden die samen uitgesproken werden, schreef je aan elkaar:
"willic" => wil ik; "dats" => dat is; "sidi" of "side" => zijt gij
Dit verschijnsel noem je 'enclisis'.
Samen lezen: pag. 8, eerste alinea van tekst Ferguut
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken (noteer huiswerk in Plenda)
Lezen pagina's 1 t/m 8 van de reader Fabels door de eeuwen heen
Opdracht 1, 2 en 3 maken
Reader meenemen (elke les)
Computer mee plus oplader
Slide 19 - Tekstslide
T V 2 B
24 oktober
Welkom
*Huiswerkbegeleiding
Slide 20 - Tekstslide
Leerdoel deze week
Je weet wat de leerdoelen zijn van deze periode
Je weet wat een fabel is en hebt er een paar gelezen
Je kent de ontwikkeling van de Nederlandse taal (Oud-, Middel- en Modern Nederlands)
E-mail verbeteren
Slide 21 - Tekstslide
Spelling
Hoofdletters, samenstellingen en leestekens
Talent: Spelling Hst. 1.9, Hst. 2.9 en Hst. 3.9
Slide 22 - Tekstslide
Leestekens, wanneer schrijf je welke....?
Punt: na mededelende zin: We gaan naar het bos.
Komma:
in een lange zin tussen twee persoonsvormen
"Als je wilt dat we met de fiets gaan, moeten we nu opstappen."
"Ik houd van chocola, maar dat is niet zo gezond."
Slide 23 - Tekstslide
Leestekens (of: interpunctie)
Komma:
als je een deel van een zin niet los kunt uitspreken:
"We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde."
Twijfel je? Lees de zin voor en luister of je een pauze hoort
Meestal geen komma voor 'en' en 'of'.
Slide 24 - Tekstslide
Hoofdletters
begin van de zin
maar: 's Morgens...
bij namen
mevrouw Harris; de Lek; Eiffeltoren
bijv.nw die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid
Belgische bonbons, Zwitserse klokken
Slide 25 - Tekstslide
Aan elkaar schrijven
samenstellingen schrijven we in het Nederlands aan elkaar
feest & nummer => feestnummer
tattoo & shop => tattooshop
telefoon & hoesje => telefoonhoesje
dorp & plein => dorpsplein / dorpsstraat
dus soms een 's' toevoegen
Slide 26 - Tekstslide
Startopdracht:
Wat is een enclisis? (herhaal de vraag in je antwoord)
Geef ook een voorbeeld.
Slide 27 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 2 en 3 maken van Opdrachtenboekje Fabels door de eeuwen heen (dit heb je uitgedeeld gekregen en staat ook bij Teams/Lesmateriaal)
Bestudeer pagina's 1 t/m 8.
Boekje meenemen (elke les)
Slide 28 - Tekstslide
Esopet
Fabels in een bundel (14e eeuw)
Al eerder in ongeveer 1270 geschreven door onbekende auteur in Middelnederlands
Fabels kwamen al in Egyptische en Oudindische literatuur voor. Lang is gedacht dat slaaf Aesopus op Samos de schrijver was van veel fabels (550 v.C.)
Nu twijfel of Aesopus überhaupt geleefd heeft.
Slide 29 - Tekstslide
vogala.org
Slide 30 - Link
Fabels door de eeuwen heen
Slide 31 - Tekstslide
Joost van den Vondel
Leefde in 16e/17e eeuw: Renaissance in alle kunstvormen (wedergeboorte van Klassieke Oudheid)
beroemde schrijver van toneelstukken (Gysbrecht van Aemstel) en fabels (De wolf en het onschuldige lammetje), dichter envertaler van fabels
Taal: Modern Nederlands
Slide 32 - Tekstslide
Opdracht 4, 5 en 7 samen bekijken: wat moet je doen?
Slide 33 - Tekstslide
Huiswerk (noteer in Plenda)
Pag. 9 t/m 17 tekstblokken lezen en opdrachten 4, 5, 6 en 7 maken (ook de luisteropdracht bij opdr. 5)
Slide 34 - Tekstslide
E-mail verbeteren
Slide 35 - Tekstslide
Tekst van de e-mail verbeteren in Teams en inleveren
Selecteer je eigen tekst uit de bijlage in de Teams
Plak deze in een nieuw document in de Opdracht
Let op:
- hoofdletters (namen)
- samenstellingen (aan elkaar schrijven) - interpunctie (punt na een zin)
Klaar? Lezen in stilte in de reader (pag 2 t/m 17) en opdrachten maken. Let op: opdracht 6 doe je in tweetallen (dus pas starten als iedereen klaar is met de e-mail)