Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4
Nieuwe stoffen maken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Nieuwe stoffen maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Chemische reactie
  • De beginstoffen verdwijnen en er komen nieuwe reactieproducten voor in de plaats. 

  • Faseverandering
  • Een stof verandert alleen van fase, dit is omkeerbaar, dus GEEN chemische reactie


Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleding
één beginstof --> twee of meer reactieproducten


Verbranding
brandstof + zuurstof --> verbrandingsproducten 

Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
Voorbeeld
Bij de verbranding van methaan ontstaan de producten water en koolstofdioxide. 
Voorbeeld
Ammoniumnitraat is een grondstof voor kunstmest. Als je de stof verhit, ontstaat er bij een temperatuur van 170 graden Celcius salpeterzuur en ammoniak

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactieverschijnselen
Reactieverschijnselen zijn verschijnselen die je kunt waarnemen bij een chemische reactie
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen
7 reactieverschijnselen
Er zijn zeven reactieverschijnselen: 
1. Verandering van kleur;
2. Verandering van geur;
3. Verandering van smaak;
4. Warmte;
5. Rook;
6. Vlammen;
7. Licht.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen verhitten
Wat is de beginstof(fen)?
Wat is het
reactieproduct(en)?

Geef het reactieschema.
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organische stoffen
Organische stoffen zijn stoffen die sws uit koolstof en uit waterstof bestaan: C en H

Reactieschema:
Organische stof (s) --> koolstof (s) + water (l) + witte rook (g)
Hoofdstuk 4. Nieuwe stoffen maken
4.1 Stoffen veranderen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculen en Atomen
- Opgebouwd uit moleculen.
- Elke stof eigen soort molecuul.
- Een molecuul is het kleinste deeltje van een stof die nog dezelfde stofeigenschappen heeft. 
- Een molecuul is opgebouwd uit: Atomen.  Dit zijn de kleinste bouwsteentjes in de natuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elementen en verbindingen
Behalve over moleculen en atomen, spreken we ook vaak over elementen en verbindingen.

- Elementen zijn stoffen die bestaan uit 1 soort atoom.

- Verbindingen zijn stoffen die bestaan uit 2 of meer soorten atomen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend
Molecuul: Opgebouwd uit atomen.
Atomen: Kleinste bouwstenen in de natuur.
Element: Een atoom of molecuul opgebouwd uit 1 soort atoom.
Verbinding: Een molecuul die is opgebouwd uit meer dan 1 soort atoom.
Moleculaire stof: bestaat alleen uit niet-metalen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactieschema

Een reactieschema is in woorden. 


Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules
water(l)                waterstof(g) + zuurstof(g)
2H2O(l)2H2(g)+O2(g)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen oefenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzemoment
 oefenen reactievergelijkingen blz. 67
 
b. Zelfstandig oefenen
c. Samenvatting maken par. 1, 2 en 3 hoofdstuk 4 
d. Test jezelf maken online par. 1, 2 en 3 hoofdstuk 4 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleedbaar of niet-ontleedbaar?

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les quizje
Ontleden doe je door...
  • Thermolyse: Ontleden door warmte
  • Elektrolyse: Ontleden door stroom
  • Fotolyse: Ontleden door licht

Slide 16 - Tekstslide

filmpjes van de 3 reacties laten zien

Thermolyse
Ontleden door middel van warmte

De suiker ontleed zich in  koolstof en water(damp)
suiker (s) --> koolstof(s) + water (g)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

,
Dynamiet
De werkzame stof in dynamiet is nitroglycerine, C3H5N3O9

Bij de ontleding van nitroglycerine ontstaan de stoffen: koolstofdioxide, waterdamp, stikstof en zuurstof. 

4 C3H5N3O9(l) →12 CO2(g) + 10 H2O(g) + 6 N2(g) + O2(g)

Toepassingen van Thermolyse

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van bauxiet naar aluminium 

Vanuit bauxiet wordt aluminiumoxide gewonnen. 
Dit aluminiumoxide wordt ontleed in aluminium en zuurstof. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrolyse
Ontleding door middel van elektriciteit

Bijvoorbeeld: het ontleden van water
2H2O --> 2H2 + O2


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen van elektrolyse

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotolyse
ontleden door middel van licht

zilverchloride (l) --> zilver (s) + chloor(g)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met hoofdstuk 4
a. Zelfstandig online oefenen met opdrachten
b. Samenvatting maken par. 1, 2, 3 en 4 
c. Test jezelf maken online par. 1, 2, 3 en 4  

Extra hulp voor b.v. reactievergelijkingen? Kom naar mijn multi!!!!!!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies