Foutieve samentrekking

Formuleren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
 Foutieve samentrekking

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een samentrekking?

Slide 3 - Tekstslide

Samentrekking
Als (een deel van) een woord is weggelaten dat je al eerder genoemd hebt:
zomer(kleding)- en winterkleding
Hij kocht een appel en (hij kocht) een ei
Zij studeert in Amsterdam en hij (studeert) in Groningen

Slide 4 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
als het woord dat is weggelaten niet dezelfde
- vorm
- betekenis
- functie
heeft, is de samentrekking fout

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Stappenplan
1. Wat is er weggelaten? Wat staat er in de andere zin?

2. Heeft dit dezelfde vorm, betekenis en functie?
Ja > correcte samentrekking
Nee > foutieve samentrekking

3. Verbeteren! Zet dat wat niet weggelaten mocht worden weer terug. 

Slide 18 - Tekstslide