Les 20 - spelling

Nederlands 1.9
Spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1.9
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Onthouden?
Tiemen maakt zijn toets met een pen.
Pv=
O=
ww-gez/nw-gez=
lv=
mw=
bwb=
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Onthouden?

Benoem de woordsoorten:
Maak de twee teksten los van de vragen.

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Spelling
Maak de instapopdracht 1 en 2
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heette het ook alweer?
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Enkelvoud
- Meervoud
- Sterk werkwoord
- Zwak werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

't Kofschip

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
A
Bij de tegenwoordige tijd
B
Bij alle persoonsvormen.
C
Bij de verleden tijd
D
Bij elk werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Hoe werkt 't kofschip X

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
straffen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'straff' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan +te(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +te(n)
strafte(n)

Slide 10 - Tekstslide

T KoFSCHiP X

Slide 11 - Tekstslide


´t kofschip x
Hij heeft in zijn leven veel ...


A
gereist
B
gereisd
C
gerijst
D
gerijsd

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 3, 4, 5

Slide 13 - Tekstslide