uitleggen wanneer arbeidsmarkt niet in evenwicht is
Uitleggen wie meetelt in werkloosheidcijfer
Kun je aan het werken?
Slide 20 - Tekstslide
Productiesectoren
Slide 21 - Tekstslide
Vraag en aanbod
arbeid
Slide 22 - Tekstslide
Werkgelegenheid in personen:
Het aantal mensen dat werkt, ongeacht of dit deeltijd of voltijd is
Werkgelegenheid in arbeidsjaren:
Alle uren die gewerkt worden omgerekend naar voltijdbanen (1FTE)
Werkgelegenheid
Werkgelegenheid:
Alle banen die er zijn
Fte betekent fulltime-equivalent. Het is het officiële meetmiddel waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt. Eén fte is een volledige werkweek
Slide 23 - Tekstslide
Evenwicht op de arbeidsmarkt
Fte betekent fulltime-equivalent. Het is het officiële meetmiddel waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt. Eén fte is een volledige werkweek
Slide 24 - Tekstslide
Bevolking en beroepsbevolking
Arbeidsparticipatie = arbeidsdeelname; het deel van de bevolking dat werkt en wil werken.
Formule: arbeidsparticipatie = Beroepsbevolking / niet beroepsbevolking
Slide 25 - Tekstslide
Bevolking en beroepsbevolking
Arbeidsparticipatie = arbeidsdeelname; het deel van de bevolking dat werkt en wil werken.
Formule: arbeidsparticipatie = Beroepsbevolking / niet beroepsbevolking
Slide 26 - Tekstslide
Opdrachten maken
Opdrachten H4.4
Opdracht 1 t/m 12
Slide 27 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Introductie
-Presentielijst - Wie is meneer Vreuls
Les 25 - Afronding hoofdstuk 3
1. Weet je weer de 6p's van de marketingmix en hoe producenten hun marktaandeel weten te vergroten.
2. Weet je wat een monopolie en oligopolie is.
3. Wat de verschillen zijn tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie.
4. Weet je de geldfuncties en hoe ze zich ontwikkelen.