H6 voeding en vertering les 2

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk voedingsmiddel is het gezondst als je de komende 3 maanden alleen maar dat mag eten?
A
Appels
B
Witbrood
C
Lever
D
Patat

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lever???
Ja. Lever bevat namelijk een groot aantal vitaminen en mineralen (zelfs VitC) zodat er geen gebreksziekten ontstaan
Het bevat ook eiwitten, waar je geen voorraad van hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet een klein spitsmuisje de hele dag door eten, en jij niet?
A
Omdat ze een grotere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud
B
Omdat ze een kleinere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud
C
omdat hun mitochondriën langzamer werken
D
omdat hun mitochondriën sneller werken

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moeten de mitochondriën van een spitsmuisje harder werken dan die van jou?
A
Omdat ze een grotere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud
B
Omdat ze een kleinere oppervlakte hebben vergeleken met hun inhoud

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn vitaminen en mineralen?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Energierijke stoffen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten zijn
(kies het meest volledige juiste antwoord)
A
bouwstoffen
B
zowel bouwstof als brandstof
C
beschermende stof
D
brandstof, bouwstof en reserve stof

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je je eten kauwen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisch vs. Chemisch
Kauwen is de mechanische verkleining van voedsel.
Mechanisch = met behulp van beweging

Vertering is de chemische verkleining van moleculen (met enzymen)
Chemisch = met behulp van moleculen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen
(Mechanische vertering)
Verteringsenzymen
(Chemische vertering)

Slide 13 - Tekstslide

Mechanische vertering

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet je je eten verteren?
A
Anders kan je het niet doorslikken
B
Anders kan je voedseldeeltjes niet opnemen in de darm
C
Anders kan je voedingsstoffen niet opnemen in het bloed
D
Anders kan je niks verbranden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grote moleculen
Macromoleculen (erg grote moleculen) kunnen niet door de celmembranen van de darmcellen heen, om in je bloed terecht te komen. Die moeten dus eerst verteerd worden (= in kleinere stukjes geknipt)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je zetmeel verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je DNA verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je vetten verteert, krijg je...
A
glucose
B
aminozuren
C
vetzuren en glycerol
D
nucleotide

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verteringsstelsel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen bevatten enzymen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADI
Aanvaardbare dagelijks inname, dus de hoeveelheid die je er dagelijks van mag binnenkrijgen zonder dat het schadelijk is.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Additieven hebben bijna altijd een E-nummer. Is een E-nummer ongezond?
A
Ja, je moet deze nooit eten
B
Nee, ze zijn altijd ongevaarlijk
C
Nee, mits je beneden de ADI-waarde blijft
D
Ja, veel E-nummers zijn ongezond

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ADH ook alweer?
A
Aanvaardbare dagelijkse hoeveelheid
B
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies