Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordvolgorde LessonUp quiz
Today's planning
-
Huiswerk nakijken
- Uitleg woordvolgorde, ontkenningen en LessonUp quiz.
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Today's planning
-
Huiswerk nakijken
- Uitleg woordvolgorde, ontkenningen en LessonUp quiz.
Slide 1 - Tekstslide
Lesson goals
At the end of this lesson
I know what the correct word order is in English
I can form sentences in the correct word order
Slide 2 - Tekstslide
Homework check
En nakijken...
55 t/m 59 op blz. 76 – 79
Slide 3 - Tekstslide
Woordvolgorde
You
are
at school
at the moment
.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Zinnen met to be
In ontkennende zinnen gebruik je het woordje
NOT
.
Je doet of bent iets
NIET
.
I am sick.
--> I
am
not
sick.
He is happy.
--> He
is
not
happy OF
he
is
n't
happy
We are late for school.
--> We
are
not
late for school OF we
are
n't
late for school.
Slide 12 - Tekstslide
Ontkenningen met Hulpwerkwoorden.
Vb: Can, could, may, might, must, should, will, would, of een vorm van to have.
Ontkennend maken door
NOT
erachter te zetten.
Slide 13 - Tekstslide
Ontkenningen met Hulpwerkwoorden.
Voorbeelden
- Ellis can leave. Ellis ca
n't
(cannot) leave.
- They would buy a house. They would
n't
buy a house.
- I could reach my friend. I could
n't
reach my friend.
- I will fall. I
WON'T
fall.
Slide 14 - Tekstslide
Now grab your phones!
And login to lessonup.app
Slide 15 - Tekstslide
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
they / photos / every / take / Monday
Slide 16 - Open vraag
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
goes / every / to / day / school / she
Slide 17 - Open vraag
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
often / she / letters / writes
Slide 18 - Open vraag
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
to music / Marlen / now / listening / is
Slide 19 - Open vraag
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
play / they / handball / in the evening
Slide 20 - Open vraag
Zet deze woorden in de juiste volgorde:
in Berlin / his uncle / he / visits
Slide 21 - Open vraag
1 goes / 2 every day / 3 She / 4 to school
Slide 22 - Open vraag
2 football / 1 Eric / 3 after school / 4 plays / 5 in the park
Slide 23 - Open vraag
4 is making / 1 He / 3 at the moment / 2 breakfast / 5 in the kitchen
Slide 24 - Open vraag
3 to the club / 1 The girls / 2 go / 4 on Saturdays
Slide 25 - Open vraag
2 o'clock / 1 School / 3 at / 4 eight / 5 starts
Slide 26 - Open vraag
Ik weet nu wat de woordvolgorde is in het Engels
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 27 - Quizvraag
Welke van onderstaande zinnen is correct?
A
I am not working today.
B
I not like to drive.
C
She likes not her school.
D
He loves his dog not.
Slide 28 - Quizvraag
Maak negatief:
Marlon and I go swimming.
A
Marlon and I doesn't go swimming
B
Marlon and I don't go swimming
Slide 29 - Quizvraag
Maak negatief:
She likes school.
A
She doesn't like school.
B
She don't like school
C
She doesn't likes school
D
She don't likes school
Slide 30 - Quizvraag
Maak negatief:
Jason and Jack usually like school.
A
Jason and Jack don't like school.
B
She don't like school
C
She doesn't likes school
D
She don't likes school
Slide 31 - Quizvraag
Kies de juiste ontkenning
I have three dogs.
A
I doesn't have three dogs
B
I have not three dogs
C
I don't have three dogs
D
I do have not three dogs
Slide 32 - Quizvraag
Kies de juiste ontkenning
He has an iPhone
A
He don't have an iPhone
B
He doesn't have an iPhone
C
He don't has an iPhone
D
He doesn't has an iPhone
Slide 33 - Quizvraag
Kies de juiste ontkenning
We have an English teacher
A
We don't have an English teacher
B
We doesn't have an English teacher
C
We have not an English teacher
D
We don't has an English teacher
Slide 34 - Quizvraag
Kies de juiste ontkenning
Richard has seven brothers.
A
Richard don't have seven brothers
B
Richard not have seven brothers
C
Richard doesn't have seven brothers
D
Richard has not seven brothers
Slide 35 - Quizvraag
Now return your phones!
Into the phonebag.
Slide 36 - Tekstslide
End of the lesson
1. Spullen opruimen (put away your things)
2. Blijven zitten en wachten tot de bel gaat (stay seated until the bell rings)
3. Stoel aanschuiven (pull in your chair)
4. Telefoons pakken (get your phones)
5. Bye, see you next lesson!
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Ja/nee vragen, ontkenningen, woordvolgorde herhaling LessonUp quiz
April 2024
- Les met
38 slides
Ja/nee vragen en ontkenning LessonUp
April 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1GT Grammar revision chapter 2 - PW
Januari 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
herhaling chapter 2
Maart 2023
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Recap chapter 2
November 2024
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Yes/No Questions and Negations
25 dagen geleden
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Lesson 8. Grammar HH + ReadTheory
November 2021
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1