T3 B1 KT

B1 Organismen ordenen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 148 t/m 152
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Kenmerk, Rijk, eencellig, veelcellig
  • Je kunt organismen verdelen in 4 hoofdgroepen
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de 4 grote groepen in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welke groep het is door naar de celkenmerken te kijken.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B1 Organismen ordenen
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 148 t/m 152
timer
2:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Kenmerk, Rijk, eencellig, veelcellig
  • Je kunt organismen verdelen in 4 hoofdgroepen
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de 4 grote groepen in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welke groep het is door naar de celkenmerken te kijken.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Ordenen wat is dat eigenlijk? 
  • 4 Hoofdgroepen
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je allemaal ordenen?

Slide 3 - Woordweb

Ordenen in de Biologie
  • Biologen plaatsen organismen in groepen > ze ordenen organismen
  • Daarbij gebruiken ze kenmerken 
Wat zijn voorbeelden van groepen en kenmerken die je kent?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht Kenmerken
  • De leerling naast je neemt één van de dieren van afbeelding 1 (blz. 88) in gedachten.
  • Probeer door het stellen van drie vragen erachter te komen welk dier in gedachten is genomen. 
            - Je mag alleen naar kenmerken vragen. Dus niet meteen vragen: 'Is het soms de olifant?'                - Op de vragen mag je alleen antwoorden met ja of nee.
  • Na drie vragen, moet je het juiste dier kunnen noemen. 
  • Verwissel hierna van rol met je medeleerling. Nu neem jij een dier in gedachten en stelt je medeleerling de vragen.
Afbeelding 1
timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

De 4 hoofdgroepen  
  • Bacterien 
  • Planten
  • Dieren
  • Schimmels

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide




Sommige organismen lijken op elkaar, maar behoren niet tot dezelfde soort
Sommige organismen zijn erg verschillend, maar behoren wel tot dezelfde soort

Slide 8 - Tekstslide

Soort & Ras
  • Organismen van dezelfde soort kunnen samen vruchtbare nakomelingen krijgen
  • Soms kunnen verschillende soorten samen nakomelingen krijgen, deze zijn dan niet vruchtbaar

Slide 9 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 148 t/m 152
  • Maken Opdr. 1 t/m 8  blz. 152-158

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 10 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 148 t/m 152
  • Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 152-158

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
  • Begrippen: Kenmerk, Rijk, eencellig, veelcellig
  • Je kunt organismen verdelen in 4 hoofdgroepen
  • Je kent de belangrijke celkenmerken om de 4 grote groepen in te delen
  • Je kunt van een cel bepalen uit welke groep het is door naar de celkenmerken te kijken.

Slide 12 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 13 - Tekstslide