chemie overal - 4v - §3.2 - binding in moleculen

Stroomgeleiding
  • Eigenschap op macroniveau --> verklaring op microniveau

  • Elektrische stroom is bewegende geladen deeltjes

  1. Stoffen die stroom geleiden in vaste en vloeibare fase
  2. Stoffen die alleen stroom geleiden in de vloeibare fase
  3. Stoffen die geen stroom geleiden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Stroomgeleiding
  • Eigenschap op macroniveau --> verklaring op microniveau

  • Elektrische stroom is bewegende geladen deeltjes

  1. Stoffen die stroom geleiden in vaste en vloeibare fase
  2. Stoffen die alleen stroom geleiden in de vloeibare fase
  3. Stoffen die geen stroom geleiden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
  • Metalen --> geleiden in vaste en vloeibare fase
  • Zouten --> geleiden in vloeibare fase
  • Moleculaire stoffen --> geleiden niet

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3.2: Binding in moleculen
Je leert:
  • van moleculaire stoffen de naam afleiden uit de molecuulformule en andersom;
  • hoe een (polaire) atoombinding wordt gevormd;
  • de begrippen elektronegativiteit en covalente binding kennen.
p. 72

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombindingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuurformules

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombindingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atoombindingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Bij de naamgeving van moleculen die uit twee verschillende atoomsoorten bestaan gebruik je een voorvoegsel om de index uit de molecuulformule weer te geven. Daarachter plaats je de naam van het atoomsoort. De naam van de stof eindigt op -ide.
  • De atoombinding of covalente binding bevindt zich tussen de atomen in de moleculen en wordt gevormd door een gemeeschappelijk elektronenpaar. De covalentie van een atoom geeft het aantal atoombinding aan dat een atoom kan vormen. Je kunt de covalentie van een atoomsoort afleiden uit het periodiek systeem.
  • In de structuurformule van een molecuul worden de atoombindingen weergegeven met een streepje. De atoombinding is een sterke binding
  • Een atoombinding is apolair als het verschil in elektronegativiteit ≤0,4 is en polair als eht verschil in elektronegativiteit tussen 0,4 en 1,7 ligt. Als het verschil in elektronegativiteit groter is dan 1,7, spreek je van een ionbinding.

Slide 9 - Tekstslide

Alle opgaven duren ca. 35 minuten om te maken.
(Huis)werk
Alle opgaven uit §3.2, maar keuze uit ☉ of ★.

Slide 10 - Tekstslide

Alle opgaven duren ca. 35 minuten om te maken.