Taal thema 4 les 15

Zinsdelen benoemen!
lees de tekst in het boek op blz. 104
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zinsdelen benoemen!
lees de tekst in het boek op blz. 104

Slide 1 - Tekstslide

Kijk naar opdracht 1 in het boek
op blz. 104 Maak de opdracht en vul in!

Slide 2 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen en onderstreep de persoonsvorm. oefening 2: zin 1

Slide 3 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen en onderstreep de persoonsvorm. oefening 2: zin2

Slide 4 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen en onderstreep de persoonsvorm. oefening 2: zin 3

Slide 5 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen en onderstreep de persoonsvorm. oefening 2: zin 4

Slide 6 - Open vraag

Bekijk oefening 3 zin 1:
zijn geld =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk oefening 3 zin 2:
aan zijn vriendinnetje =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk oefening 3 zin 3:
sommige mensen =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk oefening 3 zin 4:
zijn vader =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk oefening 3 zin 5:
doet =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk oefening 3 zin 6:
jij =
A
ow
B
gez
C
lv
D
mv

Slide 12 - Quizvraag

Oefening 4! Haal uit de zinnen het lijdend voorwerp!

Slide 13 - Open vraag

oefening 4! Haal uit de zinnen het meewerkend voorwerp!

Slide 14 - Open vraag

oefening 4!
Wat is het gezegde in zin 2?

Slide 15 - Open vraag

oefening 5!
zin 1
lv =
A
Pieter
B
heeft
C
geld
D
verdiend

Slide 16 - Quizvraag

oefening 5!
zin 2
pv=
A
hij
B
heeft
C
met koninginnedag
D
gestaan

Slide 17 - Quizvraag

oefening 5!
zin 5
mv=
A
Pieter
B
verkocht
C
zijn ouder cd-speler
D
aan een oude dame

Slide 18 - Quizvraag

oefening 5!
zin 7
ow=
A
Al die kleine bedragen
B
vormden
C
samen
D
een groot bedrag

Slide 19 - Quizvraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen!
Hadassa krijgt elke week 2 euro zakgeld.

Slide 20 - Open vraag

Zet streepje tussen de zinsdelen!
Ze koopt vaak een grote zak snoep.

Slide 21 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen!
Hadassa wil gaan sparen voor iets groots.

Slide 22 - Open vraag

Zet streepjes tussen de zinsdelen!
In de winkel heeft ze een mp3-speler gezien.

Slide 23 - Open vraag

Snap je wat ow, pv, lv, mv en gez is?
A
ja
B
nee
C
beetje
D
een aantal

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link