H. 4.4 Werkt dat zo?

4.4 Zit je zonder werk?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

4.4 Zit je zonder werk?

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
- Je weet wat werkgelegenheid
is.

- Je weet wat werkloosheid is.

- Je weet het verschil tussen geregistreerde- en verborgen werkloosheid.

- Je kunt meerdere  gevolgen van werkloosheid benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling les 4.3
De arbeidsmarkt bestaat uit alle vraag naar arbeid en alle aanbod van arbeid.
Op de arbeidsmarkt noem je het aanbod van arbeid ook wel de beroepsbevolking.
Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort, noem je de arbeidsdeelname/arbeidsparticipatie
Je hebt drie soorten werk. Wit, grijs en zwart werk

Slide 4 - Tekstslide

Wat is arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is vraag naar arbeid?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is beroepsbevolking?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is aanbod van arbeid?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen met werk en die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 8 - Quizvraag

Een arbeidsmarkt waarin de vraag naar personeel groter is dan het aanbod ervan.
A
een krappe arbeidsmarkt
B
een ruime arbeidsmarkt

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Werkloosheid: 

Aanbod is groter dan vraag 

Inschrijven bij UWV -> geregistreerde werkloosheid 

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen werkloosheid: 

1. Je mist contact met mensen
2. Je voelt je nutteloos
3. Je maakt minder snel carrière
4. Je schaamt je tegenover vrienden familie
5. Je loopt inkomsten mis 

Slide 12 - Tekstslide

Geregistreerde werkloosheid
Als je bent ingeschreven bij het UWV nadat je werkloos bent geworden dan tel je mee in de geregistreerde werkloosheid.

Slide 13 - Tekstslide

Verborgen werkloosheid
Als jij je niet ingschrijft bij het UWV, bijvoorbeeld omdat je geen recht hebt op een ww-uitkering dan heet dat verborgen werkloosheid.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden van verborgen werkloosheid: 


- Je wilt minder dan 12 uur werken
- Mensen die langer studeren
- Mensen die denken dat ze geen baan kunnen vinden

Slide 15 - Tekstslide

WW-uitkering
Uitkering volgens de Werkloosheids Wet.
Je moet je inschrijven bij het UWV (Uitkeringsinstituut WerknemersVerzekeringen)

Slide 16 - Tekstslide

Werkgelegenheid: wordt bepaald door vraag naar arbeid


Gaat het goed met de economie? Dan neemt de werkgelegenheid toe
Gaat het slecht met de economie? Dan neemt de werkgelegenheid .....??? 

Slide 17 - Tekstslide

Welk antwoord hoort niet bij ww-uitkering?
A
Ontslag door eigen schuld
B
36 weken voor ontslag 26 weken in loondienst geweest.
C
UWV
D
Eerste twee maanden 75% van brutoloon

Slide 18 - Quizvraag

Er zijn twee soorten werkloosheid, verstopte en geregistreerde werkloosheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Heb je vragen?

Slide 20 - Tekstslide