V4 H2 les 7 ionbinding

Pak erbij:
- Schrift
- Pen
- Laptop (dicht)
- Boek
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak erbij:
- Schrift
- Pen
- Laptop (dicht)
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les..
  • Weet je hoe ionen gevormd worden
  • Weet je wat een ionbinding is
  • Weet je waarom een zout bros is
  • Weet je wanneer zouten stroom geleiden

Slide 2 - Tekstslide

Video: wat is het verschil tussen een atoombinding en een ionbinding?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Video: wat is het verschil tussen een atoombinding en een ionbinding?

Slide 5 - Tekstslide

Ionbinding
Een binding tussen 2 ionen, een
metaal en niet-metaal

Metaal (Na) staat elektron af en
wordt positief (Na+)
Niet-metaal (Cl) ontvangt
elektron en wordt negatief (Cl-)

Slide 6 - Tekstslide

Ionrooster
De ionen trekken elkaar sterk aan en vormen
in de vaste fase een ionrooster
Hierbij kunnen de geladen deeltjes niet vrij
bewegen, dus geen stroom geleiden

Wanneer kan een zout wel stroom geleiden?

Slide 7 - Tekstslide

Elektrische geleidbaarheid
Ionen moeten vrij kunnen bewegen voor geleiding:
- opgeloste toestand
- vloeibare fase (hoog smelt-
   punt, veel energie voor nodig)

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom een zout in vaste toestand bros is. Gebruik in je uitleg het ionrooster.

Slide 9 - Open vraag

Bros (blz. 99)
Een zout is bros omdat als er genoeg kracht op het ionrooster wordt uitgeoefend, de ionen kunnen verschuiven
Hierdoor komen geladen ionen naast elkaar te staan, die elkaar afstoten. 
Op macroniveau zal het materiaal breken.

Slide 10 - Tekstslide

Welke uitspraken zijn juist?
A
Bij een ionbinding delen de atomen de elektronen
B
Bij een ionbinding heeft het ene ion meer e's dan p's
C
Bij een atoombinding delen de atomen de elektronen
D
Bij een atoombinding heeft het ene atoom meer e's dan p's

Slide 11 - Quizvraag

Welke binding is dit?
A
Atoombinding
B
Vanderwaalsbinding
C
Metaalbinding
D
Ionbinding

Slide 12 - Quizvraag

Welke binding is dit?
A
Atoombinding
B
Vanderwaalsbinding
C
Metaalbinding
D
Ionbinding

Slide 13 - Quizvraag

Welke binding is dit?
A
Atoombinding
B
Waterstofbrug
C
Metaalbinding
D
Ionbinding

Slide 14 - Quizvraag

Eigen werk
  • Doorlezen H2.4
  • Maken + nakijken H2.4 opgaven 1 t/m 6
  • Leren blauwe begrippen & tabel 1 (p.100)
  • Goed bestuderen figuur 1 +3 +4
  • Goed bestuderen voorbeeldopdracht 1

Slide 15 - Tekstslide