Het is aan jullie om tegen die tijd alle opdrachten af te hebben. Ben je klaar? Help je klasgenoten dit doel ook te behalen.
Ik start de timer rond 09:15 en start de les zodra de timer voorbij is.
timer
5:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voor de les begint
Opdracht 4 t/m 14 (12 hoeft niet)
Het is aan jullie om tegen die tijd alle opdrachten af te hebben. Ben je klaar? Help je klasgenoten dit doel ook te behalen.
Ik start de timer rond 09:15 en start de les zodra de timer voorbij is.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Werkboekopdrachten bespreken
Uitleg historische bronnen
Kleine pauze in het lokaal
Meesterproef
Planning van les 3
Slide 2 - Tekstslide
Les 3: Wat zijn historische bronnen?
Slide 3 - Tekstslide
Opdrachten afronden
Maken opdrachten:
4 tot en met 14
(12 hoeft niet!)
Slide 4 - Tekstslide
Bedoelde en onbedoelde gevolgen
Bedoeld gevolg is dat vooraf de bedoeling was dat dit zou gebeuren
Onbedoeld gevolg is dat vooraf niet de bedoeling was dat dit zou gebeuren.
Slide 5 - Tekstslide
Les 3 Wat zijn historische bronnen?
Leerdoelen
-Je weet wat geschreven/ongeschreven bronnen zijn
-Je weet wat directe/indirecte bronnen zijn
-Je kan uitleggen of een bron representatief/bruikbaar is
Slide 6 - Tekstslide
Wat doen historici?
Een historicus is iemand die de menselijke geschiedenis bestudeert
Historici vragen zich niet alleen af wat er in het verleden gebeurde, maar ook waarom dingen gebeurden
Hiervoor gebruiken ze allerlei soorten bronnen
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn(historische) bronnen?
Een bron is iets waar men informatie vandaan haalt
Een historische bron is elk object/tekst dat informatie geeft over het verleden en zelf dus ook uit het verleden komt.
Slide 8 - Tekstslide
Geschreven bronnen
Boeken
Brieven
Spijkerschrift
Hiëroglyfen
Ongeschreven bronnen
Grotschilderingen
Voorwerpen
Gebouwen
Schilderijen
Graven
Foto's en film
Slide 9 - Tekstslide
Het dagboek van Anne Frank
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 10 - Quizvraag
Kleitablet met spijkerschrift
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 11 - Quizvraag
Prehistorische grotschildering
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 12 - Quizvraag
Video maanlanding
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 13 - Quizvraag
Directe bronnen
Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt
Zijn meestal gemaakt door iemand die zelf bij de gebeurtenis aanwezig was.
Slide 14 - Tekstslide
Directe bronnen
Voorbeelden:
Dagboek van Anne Frank
Brieven van de Franse koning Lodewijk XVI
Meubels uit het paleis van Versailles
Filmbeelden van de maanlanding
Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
Interview met iemand die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt
Slide 15 - Tekstslide
Indirecte bronnen
Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was.
(Bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde)
Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)
Slide 16 - Tekstslide
Indirecte bronnen
Voorbeelden:
Jouw geschiedenisboek
Een artikel over Anne Frank op Wikipedia
Een documentaire over de de Franse Revolutie
Mevrouw Rook wanneer zij uitleg geeft over een historische gebeurtenis
Slide 17 - Tekstslide
Een bron is altijd
geschreven of ongeschreven
+
Directe of indirecte bron
Slide 18 - Tekstslide
Bron
Slide 19 - Tekstslide
Is dit een directe of indirecte bron? Leg uit waaraan je dat ziet!
Slide 20 - Open vraag
Historische vaardigheden
De basis
Bruikbaarheid en representativiteit van bronnen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
REPRESENTATIVITEIT
Bij de beoordeling van de representativiteitvan een bron, onderzoek je of de bron geen uitzondering is. Bij de beoordeling van de representativiteit van een bron ga je in op:
Zijn er meer van dit soort bronnen?
Hoe algemeen geldig is de inhoud van de bron?
Op hoeveel informatie kon de maker zich baseren?
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht 1
A. Hoe ziet een schooldag op school eruit?
Schrijf in steekwoorden en beknopte zinnen
timer
1:00
Slide 24 - Tekstslide
Waarschijnlijk heb je in niet geschreven:
We was de woensdag van de bufferweek en ik had al mijn sterretjes al weggewerkt. Hierdoor mocht ik vroeg naar huis
Ik vroeg om EEN schooldag te beschrijven. Toch koos je hier niet voor...
Nee, natuurlijk niet! Die dag is namelijk eerder een uitzondering... en dus niet representatief!
Slide 25 - Tekstslide
b. Is de schooldag representatief voor alle middelbare scholieren in Nederland?
Waarom wel en waarom niet?
timer
1:00
Slide 26 - Tekstslide
Even pauze
timer
5:00
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Meesterproef
Bedenk een onderzoeksvraag naar keuze
Zoek verschillende soorten bronnen bij je onderzoek
Zijn de bronnen representatief?
Hoe is de bron bruikbaar voor jouw onderzoek?
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht 2:
Is hij representatief voor Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Is zijn mening representatief voor de nazi's?
Is zijn mening over joden representatief voor alle Duitsers?
Is zijn mening bruikbaar voor een onderzoek?
Slide 30 - Tekstslide
Wij, met onze 21e-eeuwse normen en waarden:
Hoe konden ze dit nou doen!
Dit is toch niet normaal?
Pas op met het veroordelen van zaken uit een andere tijd.
In de jaren '70 waren er andere normen en waarden en andere omstandigheden dan nu.