Overtuigingen en competenties ontdekken met behulp van Calimero

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Calimero

?"
?

Competenties/talenten

 Sasja Blankemeijer

Docent NT2/Nederlands

Lessenserie

Lesdoelen voor vandaag

• Ik ken de betekenis van het woord "competentie" en kan dit woord gebruiken in een schrijftekst of in een gesproken tekst. Ik ken de betekenis van: Hij heeft er geen kwaad in wat hij doet, ik vind het flauw, onbevangen, van nature, beren op de weg zien, onzekerheden, de overtuiging.
• Ik ken de betekenis van het woord "Calimero" en ken de oorsprong (geschiedenis) van dit woord.
• Ik ken mijn eigen onzekerheden en/of angsten en kan deze opschrijven in een zin en erover vertellen.

 Ik is klein en jij bent groot en dat is niet eerlijk!

Calimero is een kuiken en denkt nog niet na over zichzelf en daardoor is hij nog een speels kuikentje zoals elk mens of dier zijn leven start. Hij is van nature blij, open en nieuwsgierig, maar hij wordt opgevoed door ouders die angsten hebben en vaak “beren op de weg zien." (gevaar). Zijn ouders zijn bang dat Calimero iets overkomt of dat hij iets niet kan. Calimero had er nog nooit over nagedacht dat hij iets niet zou kunnen of dat hem iets zou kunnen overkomen. Als hij vier jaar is en naar school gaat, wordt hij ook omringd door volwassenen om zich heen die ideeën hebben over hoe de wereld in elkaar zit. Zo leert hij op school dat hij niet zo goed kan tekenen en de opdrachten kan begrijpen waardoor hij geleidelijk zijn kwaliteiten (talenten) van openheid, nieuwsgierigheid en vrolijkheid wegstopt. Calimero gaat de angsten van zijn ouders en andere dieren geloven en krijgt zelf ook onzekerheden en angsten.

Luisteroefening

A. Welke talenten heeft Calimero?

Hij noemt er 4. Hoeveel heb jij er gehoord?

1. Calimero is.........

2. Calimero vindt alles.............en .....................

3. Calimero heeft ........      ................     in wat hij doet.

4. Calimero houdt van..................

Luisteroefening

1.Wat zegt Calimero's vader tegen Calimero? 

Je ...............te veel!

2. Calimero houdt van zingen, maar zijn vader.............. er niet van.

2.Wat zegt Calimero's moeder tegen hem? 

Het is goed om.......te zijn.

3. Welke conclusie trekt Calimero?

 Ik wil..........zijn! 

Opdracht 1 

Je ziet een afbeelding van Calimero als kind en als (jong) volwassene. 

Teken jezelf zoals je nu bent en denk na over hoe jij in het leven staat. Kijk je omhoog, naar beneden, vooruit, naar achteren of opzij? Sta je rechtop of gebogen? Hoe staat je gezicht? Let op: de tekening hoeft niet perfect te zijn. Het is jouw tekening en dus goed!  Je mag ook een ding tekenen. Tijd: 10 minuten.

Uitwisseling

Opdracht: Laat je tekening aan een klasgenoot zien en vertel erover.

Het verhaal

Calimero wordt geboren, breekt uit zijn eierschil, kijkt open de wereld in, is blij en nieuwsgierig naar wat de wereld hem te bieden heeft. Hij wordt liefdevol door zijn ouders ontvangen. Zijn ouders zetten zijn eierdopje in de kast, zoals een mensenouder de eerste schoentjes van een kind, een tandje, een plukje haar etc….ook bewaart). Calimero’s gedachten: Yoehoe…..hier ben ik! Waar zijn jullie? Wil je met me spelen? 

Eerste overtuiging: Ik ben het leven!

Calimero's eierdop gaat in de kast.

Opdracht 2: hebben jouw ouders/verzorgers ook iets bewaard van toen je klein was? (of heb je iets van je eigen kind bewaard?)

Opdracht 3: Wat is voor jou belangrijk uit je kindertijd?

 Calimero als kuikentje van 1,2,3,4 jaar met de borst vooruit, ferme stapjes, kijkt in de wereld rond en ziet alles als een avontuur! De natuur, de bomen, bloemen en dieren omringen en ondersteunen hem…alles is in de stroming en verloopt moeiteloos.

Overtuiging: alles verloopt moeiteloos!

Opdracht 4 Schrijfkader

Kan je een moment herinneren dat het leek of alles vanzelf ging? Dus dat je gewoon blij was en dat dingen lukten zonder dat je daarvoor heel erg je best hoefde te doen?

Stap 1: denk eerst zelf na

Stap 2: wissel je ervaring uit

Stap 3 Schrijfkader: Toen ik ongeveer …..jaar oud was, leek het alsof alles vanzelf ging, want………………………………………………

Ik voelde me………………………………………………………………………

Overtuiging: de wereld is gevaarlijk

Moeder grijpt Calimero vast: bang dat hij in de sloot valt, bang dat hij valt. Pas op! Kijk uit! Niet doen! 

Opdracht 6

Wat hebben jouw ouders/verzorgers jou geleerd over gevaar in de wereld? 

Wissel met je klasgenoot uit.

Overtuiging: ik ben dom!

 

Vader leert Calimero klokkijken, maar vader heeft geen geduld, raakt geïrriteerd/boos en Calimero krijgt het idee dat hij dom is. 

Opdracht 7 Schrijfkader

 Heeft iemand je wel eens laten voelen dat je dom was? Hoe reageerde je toen? 

Stap 1: Denk eerst zelf na

Stap 2: Wissel uit met jouw klasgenoot

Stap 3: Maak het schrijfkader af.

Ik voelde mezelf dom toen......................................................want…………………………….

Overtuiging: ik kan het niet!

 De juf is boos, want Calimero heeft de opdracht weer fout gemaakt. Ook vindt ze zijn tekening niet goed. 

Opdracht 8 Schrijfkader

Wanneer kreeg jij het idee dat je iets niet kon? Wat kon je niet? Had je de juiste hulp om het te leren?

Stap 1: Denk eerst zelf na

Stap 2: Wissel uit met jouw klasgenoot

Stap 3: Maak het schrijfkader af.

Ik was ongeveer………..jaar oud toen ik dacht dat ik iets niet kon, namelijk:.……………………………….. Dit kwam doordat……………………………………………………………………

Ik had wel/niet de juiste hulp om het te leren.

Ik dacht wel/ niet: ik kan het niet!

Overtuiging: er is iets mis met mij!

 

Calimero met andere jonge dieren: ze vinden Calimero raar, omdat hij “anders” is. Calimero wil  graag vriendjes zijn, maar ze stoten hem af. 

Opdracht 9

Heb je wel eens gedacht of denk je wel eens: “er is iets mis met mij?" Wat doe je dan? Bijvoorbeeld: Ik vind dat ik slecht dingen kan onthouden. Hierdoor vergeet ik veel. Ik schaam mij dan en raak een beetje in paniek.

Schrijfkader: Ik vind dat ik………………………………………………. Hierdoor………………………………

Calimero is 12 en  heeft een aantal negatieve overtuigingen

1. De wereld is gevaarlijk, 2. Ik ben dom, 3. Ik kan het niet, 4. Er is iets mis met mij. Al deze overtuigingen samen zorgen ervoor dat hij denkt: “Ik ben klein, jij bent groot en dat is niet eerlijk.” Het betekent dat hij vindt dat de ander wel kwaliteiten heeft en dingen kan, maar hij niet. In Calimero zit veel frustratie. Calimero voelt zich machteloos en vindt anderen mensen knapper, slimmer en beter dan hijzelf. Hij denkt de hulp van andere mensen nodig te hebben om te kunnen functioneren. Daarnaast voelt hij zich ook slachtoffer (….en dat is niet eerlijk”). 

Problemen/uitdagingen

 Voor de volwassen Calimero staat een obstakel (probleem/uitdaging) die zijn weg verspert. Doordat hij als volwassene nog steeds de overtuiging heeft “Ik ben klein en jij bent groot” ervaart hij dat hij machteloos is, dingen niet kan en ziet hij zelf geen mogelijkheden om het probleem op te lossen/ de uitdaging aan te gaan, maar de hulp van anderen nodig te hebben die het wel kunnen. Hij zet zijn eierdop weer op zijn hoofd en voelt zich klein.

Opdracht 10

 Bespreek in tweetallen (A en B) hoe jij met problemen/uitdagingen omgaat. Begin het gesprek als volgt: Als ik een probleem heb, dan…….

Tijd: 10 minuten. Bij deze oefening is het belangrijk dat je goed naar elkaar luistert. Eerst vertelt A 3 minuten en daarna B 3 minuten en dan 4 minuten samen.

Woordenlijst

• Hij heeft er geen kwaad in wat hij doet= Hij bedoelt het goed.
• Ik vind het flauw! = ik vind het niet eerlijk, ik vind het kinderachtig.
• Van nature: van zichzelf
• beren op de weg zien: gevaar
• De onzekerheden: dingen die je niet zeker weet: je twijfelt erover.
• De overtuiging: iets wat een persoon gelooft.
• Moeiteloos: het gaat vanzelf
• verder aanvullen........