Je kent de Duitse
bepaalde lidwoorden der, die, das al.
- der = mannelijk lidwoord --> der Mann, der Stier, der Montag...
- die = vrouwelijk lidwoord --> die Frau, die Kuh, die Freiheit...
- das = onzijdig lidwoord --> das Lies, das Männlein
Ook voor meervoud wordt het lidwoord 'die' gebruikt.
--> Nu leer je het onbepaald lidwoord 'ein' & 'kein' kennen.