Communicatie in de zorg 2, les 3, Susan

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie in de zorg 2 (VZ)

Les 3

als communiceren 

niet vanzelf gaat

                                               

                                                  Communicatie 2 = Learnbeat 5.6 t/m 5.10

Wat gaan we doen?

• taal- en spraakstoornissen
• afasie
• Digibib: verkennen 2
• werken in Learnbeat 6.7. B, D

Hoe gaat het?

Learnbeat 6.7.D.7 rollenspel

Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door:

- veroudering, NAH of andere aandoening.

- problemen in de waarneming (horen/ binnenkrijgen/ opnemen)

                           Sensorische verwerkingsstoornis: verstoorde verwerking van prikkels in de                                              hersenen.

- taal niet begrijpen (anderstalig, bewustzijn, Dyslexie)

- problemen met produceren van taal (anderstalig, aandoening)

                           Dysartrie = stoornis van de articulatiespieren (tgv: spacticiteit; verlamming)

                           Mutisme + Anartrie = helemaal niet kunnen praten

                           Spraak-apraxie = moeite met uitspreken woorden. Hierdoor minder verstaanbaar. 

Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door:

- ouder worden

- NAH; bijv. na herseninfarct 

- problemen met horen of informatie opnemen

- taal niet begrijpen; bijv. andere taal spreken of Dyslexie

- problemen met spreken; bijv andere taal of door ziekte

          

Welke taalstoornissen ken je?

Taal stoornissen

Taalstoornissen:

• Afasie: (na een beroerte of hersenletsel. moeite met spreken, begrijpen, lezen of schrijven.
• Dyslexie: (leesstoornis, spellingsproblemen).
• Taalontwikkelingsstoornis (TOS): stoornis waarbij kinderen moeite hebben met het leren en gebruiken van taal).

Welke spraakstoornissen ken je?

spraak stoornissen

Spraakstoornissen

• Stotteren
• Articulatiestoornissen
• Dysartrie: (onduidelijke spraak door spierzwakte of verlamming)

Theorie: afasie

Iemand met afasie heeft hersenletsel waardoor hij de taal niet meer goed kan gebruiken. 

Zowel het spreken, begrijpen, lezen en schrijven kan verstoord zijn. 

Afasie kan zich op verschillende manieren openbaren. Sommige mensen kunnen taal wel goed begrijpen, maar zichzelf niet meer goed uiten. Andere mensen praten juist veel, maar zeggen onbegrijpelijke dingen. Zij begrijpen de taal vaak ook minder goed.

hersengebieden betrokken bij communicatie

1 gebied van Broca                                  2 gebied van Wernicke

3 onderzoek laat zien dat er veel meer gebieden betrokken zijn bij communicatie dan werd gedacht.

Theorie: afasie

Er zijn verschillende soorten afasie:

• afasie van Broca  (hersenletsel vooraan in linkerhersenhelft (het gebied van Broca). Dit gebied speelt een belangrijke rol bij het spreken. problemen met uiten: motorische afasie)

• afasie van Wernicke (achteraan linkerhersenhelft (gebied van Wernicke). Dit gebied speelt een belangrijke rol bij het begrip van taal. moeite met begrijpen wat er gezegd wordt. Ze spreken zelf vloeiend en veel, maar onbegrijpelijk. Ook begrijpen deze zorgvragers niet goed wat iemand anders zegt: sensorische afasie)
• amnestische afasie (linker hersenhelft, benoemingsafasie)
• globale afasie ( combi van Broca en Wernicke: meest ernstige vorm: totale afasie)

Gevolgen van taal- spraakstoornissen

• moeite communiceren
• medicatiefouten
• minder informatie kunnen krijgen of begrijpen
• slechtere gezondheid
• meer moeite zelfmanagement

werk verder in Learnbeat

Na rollenspel 6.7 D.7: invullen ''dit heb ik gedaan''.

Learnbeat: 6.7 B + D

                        

DIGIBIB verkennen 2 (voor VZ)

DIGIBIB verkennen 2 (voor VZ)

Wat heb je geleerd?

Volgende les

vragen?