In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H25 ordening
Slide 1 - Tekstslide
Doelstellingen 25.1 t/m 25.4
Je kunt op basis van biologische argumenten beredeneren of twee organismen tot dezelfde soort behoren.
Je kunt de mate van verwantschap tussen soorten afleiden uit de soortsaanduiding, geslachtsnaam, familie, orde en klasse.
Je kunt op basis van verschillende kenmerken in een cladogram de verwantschap binnen een groep soorten weergeven én uit een cladogram deze verwantschappen afleiden.
Je kunt op basis van celkenmerken organismen uit verschillende rijken onderscheiden.
Slide 2 - Tekstslide
Een plant heeft de volgende naam: Buddleja davidii 'White Profusion'. Waarvoor staat 'davidii'?
A
Nederlandse naam
B
geslachtsnaam
C
soortnaam
D
cultivar
Slide 3 - Quizvraag
"De ijsbeer (Ursus maritimus) en de bruine beer (Ursus arctus) kunnen in de dierentuin vruchtbare nakomelingen krijgen."
Wat is vreemd aan deze stelling?
Slide 4 - Open vraag
De ijsbeer (Ursus maritimus) en bruine beer (Ursus arctus) kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen. Wat klopt niet volgens de theorie?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent het als groepen organismen verwant zijn?
A
Ze hebben hetzelfde leefgebied
B
Ze hebben gemeenschappelijke voorouders
C
Ze lijken uiterlijk op elkaar
Slide 6 - Quizvraag
Organismen worden in verschillende taxonomische groepen ingedeeld, geef de groepen van groot naar klein, denk aan het ezelsbruggetje Dory kiest SK of GS.
Slide 7 - Open vraag
Welke organismen zijn meer verwant?
A
Kip - eend
B
Duif - eend
C
kip - duif
D
pinguïn - kip
Slide 8 - Quizvraag
Welk(e) rijk(en) hebben een celkern?
A
planten, dieren, schimmels en bacteriën.
B
dieren, schimmels en bacteriën.
C
planten en dieren
D
planten, dieren en schimmels
Slide 9 - Quizvraag
De ijsbeer (Ursus maritimus) en bruine beer (Ursus arctus) kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen. Wat klopt niet volgens de theorie?
Slide 10 - Open vraag
keuze
Volg uitleg en maak oefen -en toetsopgaven
Volg uitleg en maak toetsopgaven
maak direct de toetsopgaven
Slide 11 - Tekstslide
Verwantschap
Bij twee gelijke geslachtsnamen zijn twee organismen verwant. De soortsaanduiding zegt daar niets over.
Slide 12 - Tekstslide
Soorten en binominale naamgeving
Soortnaam bestaat uit:
Geslachtsnaam + soortnaam
Slide 13 - Tekstslide
Taxonomie
Indelingsgroepen zijn taxa
Binominale naamgeving is geslachtsnaam en soortaanduiding
"DoRy kiest SK OF GS"
Slide 14 - Tekstslide
- Geslachtsnaam
- soortaanduiding
- (afkorting ontdekker)
Panthera tigris L.
Panthera leo L.
Binaire
naamgeving
Slide 15 - Tekstslide
Kies zelf een dier en ga deze ordenen. Gebruik: Domein/Rijk/ Stam /klasse/ orde/ familie/ geslacht/ soort
Slide 16 - Open vraag
Wat is de definitie van een soort?
Organismen van dezelfde soort kunnen samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
Slide 17 - Tekstslide
Stel je weet niet of organismen samenvruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Op basis van welke kenmerken deel je ze dan in?
mitochondriën vaak gebruikt voor verwantschaps-analyse
Slide 23 - Tekstslide
Geef van de volgende typen erfelijk materiaal aan hoe sterk de selectiedruk volgens jou is: Coderend DNA op een chromosoom, niet-coderend DNA, mitochondriaal DNA
Slide 24 - Open vraag
soorten evolutie
divergente: 2 eigenschappen veranderen van elkaar
-> hagedis en hazelworm -> verlies van pootjes
convergente: 2 eigenschappen ontstaan los van elkaar
-> hagedis en slang -> verlies van pootjes
Slide 25 - Tekstslide
--> divergente evolutie
Slide 26 - Tekstslide
--> convergente evolutie
Slide 27 - Tekstslide
Leg uit hoe volgens de evolutietheorie uit een organisme zonder vinnen een organisme met vinnen kan ontstaan. (3p)
Slide 28 - Open vraag
De 4 rijken (BINAS 78 en 92A)
Slide 29 - Tekstslide
celkenmerken van de 4 rijken
Slide 30 - Tekstslide
Domeinen
Door voortschrijdend inzicht nieuwe indeling.
Domeinen: Bacterien, Archea, Eukarya met daarbinnen supergroepen