3M Hoofdstuk 2 Plaats en afstand §2.6

Hoofdstuk 2
Plaats en afstand
§2.6
Pythagoras in de ruimte
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Plaats en afstand
§2.6
Pythagoras in de ruimte

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 
Plaats en afstand
In deze LessnUp volgen we de opgaven van het boek, hier kun/moet je antwoorden invullen.
  • Maak alle opdrachten ook in je schrift
  • Denk aan: schrijven met pen en tekenen met potlood
  • Kijk na met een rode kleur pen
  • Soms moet je een antwoord zonder berekening invullen in LessonUp. Dit is zodat LessonUp jouw antwoord kan nakijken. In jouw schrift verwachten we wel overal een berekening.  Ook als je een woord in moet vullen, schrijf je in je schrift de hele zin en in LessonUp alleen het woord.

Slide 2 - Tekstslide

In de volgende slides herhalen we de theorie van de vorige paragrafen.
§2.2:
*De begrippen koers en koershoek.
*Koershoeken meten.
*Koershoeken tekenen.
§2.3:
*Met behulp van koershoeken de plaats op een kaart te tekenen.
§2.4:
* Werken met drie coördinaten 
    afstand, koershoek, hoogte
§2.5:
* Werken met drie coördinaten in een balk of kubus.

     

Slide 3 - Tekstslide

Theorie: Koers en koershoek

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: Koers en koershoek

Slide 5 - Tekstslide

Theorie: Koershoek meten met de geodriehoek

Slide 6 - Tekstslide

Theorie: Koershoek tekenen

Slide 7 - Tekstslide

Theorie: Koershoek tekenen

Slide 8 - Tekstslide

Theorie: Koershoek tekenen met de geodriehoek

Slide 9 - Tekstslide

Theorie: Plaatsbepalen met koershoeken

Slide 10 - Tekstslide

Theorie: Plaatsbepalen met koershoeken

Slide 11 - Tekstslide

Theorie: Bepaal de plaats, 3 coördinaten

Slide 12 - Tekstslide

Theorie: Bepaal de plaats, 3 coördinaten

Slide 13 - Tekstslide

Theorie: Drie coördinaten

Slide 14 - Tekstslide

Theorie: Drie coördinaten

Slide 15 - Tekstslide

§2.6 Pythagoras in de ruimte
In deze paragraaf leer je:
* De lengte van een lichaamsdiagonaal berekenen.



     Als je op de afbeelding klikt kun je deze vergroten.

Slide 16 - Tekstslide

29. Kijk na na opdracht 30.





Een kist is 80 cm lang, 60 cm breed en 40 cm hoog. In de kist zit een tussenschot. Rechts zie je een model van de kist, waarbij het tussenschot als diagonaalvlak is getekend.
a. Maak een schaaltekening van de bodem van de kist. Gebruik hiervoor schaal 1 : 10. Zet de letters en de werkelijke maten erbij en geef ook de plaats van het tussenschot aan.
b. Bereken de lengte van het tussenschot.
c. Past een stok van 105 cm plat op de bodem van de kist? Leg je antwoord uit.
Diagonaalvlak

Slide 17 - Tekstslide

30. Kijk na op de volgende slide.
a. Welke vorm heeft het tussenschot uit de kist van opdracht 29?
b. Maak een schaaltekening van het tussenschot met lichaamsdiagonaal FO. 
Gebruik schaal 1 : 10. Plaats de letters en de werkelijke maten erbij.
c. Bereken de lengte van lichaamsdiagonaal FO.
d. Past de stok van 105 cm scheef in deze kist? Leg je antwoord uit.

Lichaamsdiagonaal

Slide 18 - Tekstslide

29. en 30. Nakijken.

Slide 19 - Tekstslide

Theorie: Berekenen van de lichaaamsdiagonaal.

Slide 20 - Tekstslide

Theorie: Berekenen van de lichaaamsdiagonaal.

Slide 21 - Tekstslide

Theorie: Berekenen van de lichaamsdiagonaal met behulp van de verlengde stelling van Pythagoras.

Slide 22 - Tekstslide

31. Schrijf de antwoorden ook in je schrift.
In balk ABCO.EFGH is OA = 5 cm,
OH = 3 cm en OC = 8 cm.
a. Geef de coördinaten van de punt C.

Slide 23 - Open vraag

31. Schrijf de antwoorden ook in je schrift.
In balk ABCO.EFGH is OA = 5 cm,
OH = 3 cm en OC = 8 cm.
a. Geef de coördinaten van de punt E.

Slide 24 - Open vraag

31. Schrijf de antwoorden ook in je schrift.
In balk ABCO.EFGH is OA = 5 cm,
OH = 3 cm en OC = 8 cm.
b. In welk diagonaal vlak ligt ribbe EF?

Slide 25 - Open vraag

31. Schrijf de antwoorden ook in je schrift.
In balk ABCO.EFGH is OA = 5 cm,
OH = 3 cm en OC = 8 cm.
c. Welke vorm heeft het diagonaalvlak uit opdracht b?

Slide 26 - Open vraag

31. Schrijf de antwoorden en berekeningen ook in
je schrift. In balk ABCO.EFGH is OA = 5 cm,
OH = 3 cm en OC = 8 cm.
d. Bereken de lengte van lichaamsdiagonaal CE
in één decimaal nauwkeurig. Kies zelf uit de aangeboden manieren.

Slide 27 - Open vraag

32. Lever op de volgende slide een foto in. (max 1)
a. Teken een kubus ABCD.EFGH met ribben van 6 cm.
b. Kleur in de kubus diagonaalvlak BFHD.
c. Lichaamsdiagonaal BH ligt in diagonaalvlak BFHD. 
Welke lichaamsdiagonaal ligt ook in dit diagonaalvlak?
d. Bereken de lengte van lichaamsdiagonaal BH. Rond je antwoord af op één decimaal. Schrijf de volledige berekening in je schrift.
e. Welke drie lichaamsdiagonalen zijn even lang als lichaamsdiagonaal BH?
Hoe teken je een kubus?

Slide 28 - Tekstslide

32.
Lever hier je foto (max 1) in van deze opdracht. Zorg dat alle berekeningen er bij staan.

Slide 29 - Open vraag

33. Kijk na op de volgende slide.
De afmetingen van de laatruimte van een verhuiswagen zijn 6,30 m bij 2,20 m bij 2,40 m.
a. Maak een schets van een balk met letters en bovenstaande maten.
b. Teken in de balk een lichaamsdiagonaal.
c. Schets een diagonaalvlak waarin deze lichaamsdiagonaal ligt.
d. Bereken de maten van dit diagonaalvlak die je nog niet weet.
e. Onderzoek met een berekening of de verhuiswagen een paal 
van 8 m lang kan meenemen. (Je hoeft geen rekening te houden 
met de andere dingen die in de verhuiswagen moeten.

Slide 30 - Tekstslide

33. Kijk na.
                                                                       e. Met verlengde stelling van Pythagoras.

Slide 31 - Tekstslide

34. Lever een foto in op de volgende slide (max 1)
De binnenmaten van de kist op de foto zijn: hoogte 150 cm, breedte 120 cm en lengte 120 cm.
a. Maak een schets van een balk met letters en gegeven maten.
b. Onderzoek of de lichaamsdiagonaal groter of kleiner is dan 220 cm. 
Schrijf de volledige berekening op.

Slide 32 - Tekstslide

34.
Lever hier de foto in met de uitwerkingen.

Slide 33 - Open vraag

Einde 2.6     
Heb je alle opgaven 29 t/m 34 hier steeds ingevuld waar dat was gevraagd en in je schrift staan?
Heb je de 2 foto's van opdracht 32 en 34 ingeleverd?
Als je dit allemaal nog niet hebt gedaan, doe dit dan als nog.
Als je dit alles al wel hebt gedaan ben je klaar.

Slide 34 - Tekstslide