3BB 2.4 les 8 Les

Paragraaf 2.4 Blessures
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.4 Blessures

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Welke blessures aan botten en
gewrichten zijn er?

Slide 2 - Woordweb

Blessures aan botten en gewrichten


  1.  Botbreuk 
  2.  Ontwrichting 
  3.  Verstuiking (verzwikking)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende spierblessures noemen
  • Je kunt uitleggen wat deze spierblessures inhouden
  • Je kunt vertellen hoe blessures voorkomen kunnen worden

Slide 4 - Tekstslide

Spierblessures
Blessure = letsel 
  1. Spierpijn (door afvalstoffen)
  2. Spierkramp (sterk samentrekken spier)
  3. Spierscheuring (b.v. zweepslag)
  4. Kneuzing (beschadiging spiercellen en bloedvaatjes) Bloeduitstorting (bloedvaatjes in de huid beschadigd)

Slide 5 - Tekstslide

Als je een blessure op loopt moet deze behandeld worden. Wat is de eerste stap die gedaan moet worden bij een blessure en waarom.
A
De plek moet je verbinden, dit geeft steun
B
De plek moet je koelen, dit voorkomt zwelling
C
De plek moet je verbinden, dit voorkomt zwelling
D
De moet je goed masseren, dit voorkomt verdere pijn

Slide 6 - Quizvraag

Behandelen spierblessures
Spierpijn: Cooling down, hersteltraining, rustig bewegen
Spierkramp: Direct stoppen, rust houden
Spierscheuring: Koelen en rust nemen
Kneuzing: Koelen en rust nemen

Slide 7 - Tekstslide

timer
1:00
Hoe voorkom je een blessure?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Blessures voorkomen
  • Beschermende kleding
  • Intapen (soort linnen plakband)
  • Warming-up (doorbloeding spieren)
  • Cooling-down (afvoer afvalstoffen) 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is GEEN effect van
een goede warming-up?
timer
0:40
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 11 - Quizvraag

De volgende les
Hoe bewegen dieren met hun wervelkolom?
Waardoor gaan zoogdieren zo snel?

Maandag: vragen over de formatieve toets?

Dieren bewegen
Lezen voor de volgende les: blz. 116 t/m 120

Slide 12 - Tekstslide

Maken 
LessonUp les 8

Opdracht: 1 t/m 14 

Lezen voor de volgende les: blz 116 t/m 120






Slide 13 - Tekstslide