Kennistoets TCCC

Wat is geen handeling is het HOTT protocol?
A
I.O toegang
B
Pelvic sling
C
Hypothermie preventie
D
TXA toediening
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingBeroepsopleiding

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is geen handeling is het HOTT protocol?
A
I.O toegang
B
Pelvic sling
C
Hypothermie preventie
D
TXA toediening

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het beste moment van toediening van TXA?
A
Voorafgaand aan het trauma
B
Binnen 1h na het trauma
C
Binnen 2h na het trauma
D
Binnen 3h na het trauma

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van hypothermie in het lichaam?
A
Stollingsstoornissen
B
Nierfunctiestoornissen
C
Hyperglycaemie
D
Hartritmestoornissen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel van de lethal triad?
A
Hypothermie
B
Hyperthermie
C
Stollingsstoornissen
D
Acidose

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de cushing triade?
A
Koorts - icterus - buikpijn
B
Hypotensie - bleek - zweten
C
Bradycardie - hypertensie - tachypnoe
D
Hartritmestoornis - rillen - stollingsstoornis

Slide 5 - Quizvraag

Welke pijnstilling heeft invloed op de bloedstolling?
A
Paracetamol
B
Naproxen
C
Fentanyl
D
Esketamine

Slide 6 - Quizvraag

Welke middel(len) is/zijn van invloed op de bloeddruk?
A
Paracetamol
B
Esketamine
C
Naproxen
D
Fentanyl

Slide 7 - Quizvraag

Het verschil tussen TFC en TEC wordt bepaald door:
A
Alleen dreigingsniveau
B
Alleen beschikbare middelen/personeel
C
Dreigingsniveau, en/of beschikbare middelen/personeel
D
Dreigingsniveau, beschikbare middelen/personeel en/of rules of Engagement

Slide 8 - Quizvraag

Aangezichtsletsel of een schedelbasisfractuur is een contra-indicatie voor een npa
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is waar over een CAT:
A
Een CAT wordt altijd over de kleding geplaatst
B
Een CAT wordt altijd op de huid geplaatst
C
Een CAT wordt bij CUF over de kleding ben bij TFC over de huid geplaatst
D
Een CAT is een ander woord voor hond in het Vlaams

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer reponeer je een fractuur:
A
Wanneer transport in de aangetroffen stand niet mogelijk is
B
Afwezige pulsaties distaal van de fractuur
C
niet
D
Bij afwezigheid van pulsaties of wanneer transport in de aangetroffen stand niet mogelijk is

Slide 11 - Quizvraag

Stelling: Anafylactische reactie kan al optreden na de eerste gift Cefotaxim
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Een reanimatie wordt gestaakt indien:
A
De kerntemperatuur lager is dan 32 graden
B
Bloedverlies van meer dan 3000cc
C
Tekort aan catecholamine in het lichaam
D
Asystolie gedurende meer dan 20 minuten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is waar over scherven in het lichaam?
A
Altijd laten zitten
B
Verwijderen bij ondraaglijke pijn
C
Verwijderen indien de patiënt bij bewustzijn is
D
Verwijderen bij een niet te stelpen bloeding

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk type bloeding komt een lucide interval voor?
A
Sub-arachnoïdale bloeding (SAB)
B
Subduraal haematoom (SDH)
C
Epiduraal Haematoom (EDH)
D
Tractus digestivus bloeding (TDB)

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke aandoeningen geldt geen permissive hypotension?
A
Spanningspneu en miltruptuur
B
Aortadissectie en neurotrauma
C
Aneurysma en miltruptuur
D
Neurotrauma en crushletsel

Slide 16 - Quizvraag