3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Paragraaf 3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Terugblik
Welkom in de Gouden Eeuw: Wetenschappelijke revolutie:
Opdracht
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent het begrip 'handelsmonopolie'?
A
Kapen van schepen
B
Alleenrecht op handel
C
Het opstapelen van goederen
D
Concurrentie tussen voorcompagnieën

Slide 3 - Quizvraag

Welke vracht werd er doorgaans door de WIC vervoerd van Amerika naar Amsterdam?
A
Slaven
B
Goud, Zilver
C
Kleding
D
Plantageproducten

Slide 4 - Quizvraag

Wat heeft de kaapvaart te maken met de Tachtigjarige Oorlog?

Slide 5 - Open vraag

De Acte van Navigatie betekende dat ..
A
Geen NL'se schepen meer welkom waren in GB
B
GB op zoek ging naar nieuwe koloniën
C
GB geen handel meer wilde met NL
D
Er oorlog kwam tussen NL en GB

Slide 6 - Quizvraag

Belangrijke begrippen

  • Tolerantie
  • Schuilkerken
  • Wetenschappelijke revolutie
  • Rationalisme 
Belangrijke personen

  •  Baruch Spinoza
  • Hugo de Groot
  • Antoni van Leeuwenhoek
  • Christiaan Huygens 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geloof en tolerantie
  • Protestantse kerk is bevoorrechte kerk
  • Republiek tolerant tegenover andere geloven
  • Katholieken bouwden schuilkerken
  • Tolerantie hangt af van economie 

Slide 9 - Tekstslide

Tolerantie en wetenschap 

  • Vrijheid van denken gaf ruimte voor nieuwsgierigheid naar wetenschappelijk onderzoek 

  • Nieuwe ontdekkingen over de mens en samenleving

  • Kunstenaars werden ook beïnvloed: werkelijkheid en verstand 

  • Italiaanse stroming in kunst en wetenschap : Renaissance (wedergeboorte)  

Leonardo Da Vinci (1452-1619) 

Slide 10 - Tekstslide

Wetenschappelijke
revolutie (1)
  • Snelle ontwikkeling in West-Europa op het gebied uitvindingen en wetenschap.
  • Mogelijk door de vrijheid van denken, nieuwsgierigheid en eigen geloof. 
  • Rationalisme: probeerden de wereld te
    begrijpen met het verstand i.p.v. vanuit het geloof. 
- Vrij denken 
- Onderzoek doen 
- Testen 

Slide 11 - Tekstslide

Baruch de Spinoza
  • 1632-1677 
  • Durfde te schrijven dat de Bijbel niet van God zou komen
  • Zocht het goddelijke in de natuur
  • Rationalisme 
  • Spinoza zette wetenschappelijke revolutie in gang

Slide 12 - Tekstslide

Hugo de Groot
  • Rechtsgeleerde
  • Idee= Volkenrecht (regels tussen staten)
  • Idee= Oorlogsrecht (regels voor oorlog)
  • Idee= Vrije zee (iedereen mag over handelen)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Antoni van Leeuwenhoek

  • Uitvinding van de microscoop
  • Zag voor het eerst bacteriën!
  • Ringen rond planeet Saturnus (1656)

Slide 15 - Tekstslide

Christiaan Huygens
  • Wiskunde, sterrenkunde, natuurkunde
  • Uitvindingen:  Verbeterde telescoop en slingeruurwerk (exacte tijd kunnen bepalen)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Video
Waarom past deze video bij het kenmerkende aspect: 

De wetenschappelijke revolutie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waarom past deze video bij het kenmerkende aspect:
De wetenschappelijke revolutie
Noem 2 voorbeelden

Slide 20 - Open vraag

Welke wetenschappers/filosofen hebben een bijdrage geleverd aan de Wetenschappelijke revolutie?
  1. Kies in tweetallen of drietallen een wetenschapper/filosoof uit de Gouden Eeuw.
  2. Onderzoek welke bijdrage hij heeft geleverd aan de wetenschap in die tijd en hoe hij dit deed.
  3. Schrijf een verhaal waarbij je in de huid kruipt van de wetenschapper/filosoof
  4. Leg in minimaal 50 woorden en maximaal 100 woorden uit hoe hij onderzoek deed en welke ontdekkingen hij deed.
  5. Voorlezen en beoordelen: Wie heeft volgens jullie de belangrijke bijdrage geleverd en waarom?







timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van 3.5 de opdrachten: 

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, popplet, Quizlet.

Tijd: Zie timer.

timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide