H22 les 3

BBP en toegevoegde waarde (22, les 3)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BBP en toegevoegde waarde (22, les 3)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Introductie
  • Vervolg van vorige week: BBP naar nationaal inkomen (uitleg en aan de slag)
  • Uitleg vergelijken van BBP tussen landen
  • Aan de slag
  • afronding
  • Slot

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
      • Stappen van BBP naar NNP (nationaal inkomen)
      • Meten van welvaart met het BBP: hoe kun je dat doen?


      Leerdoelen  duidelijk?


      We starten met 5 vragen...

      Slide 3 - Tekstslide

      Wat is BBP?
      A
      Bruto Buitenlands product
      B
      Bruto Binnenlands Product
      C
      Buiten Binnenlands product
      D
      Geen van deze

      Slide 4 - Quizvraag

      Welk land had in 2015 het laagste BBP?
      A
      Nederland
      B
      Roemenië
      C
      Spanje
      D
      Luxemburg

      Slide 5 - Quizvraag

      Welk land had in 2015 het hoogste BBP per capita?
      A
      Nederland
      B
      Roemenië
      C
      Spanje
      D
      Luxemburg

      Slide 6 - Quizvraag

      Waarmee meet je welvaart (in enge zin) het best?
      A
      BBP per capita
      B
      BBP per hoofd
      C
      BRP per hoofd
      D
      Aantal gebruiksgoederen per 1000 inwoners

      Slide 7 - Quizvraag

      Het verschil tussen Bruto Binnenlands Product en Bruto Nationaal Product wordt gevormd door?
      A
      afschrijvingen
      B
      van bruto naar netto te gaan
      C
      saldo ontvangen primaire inkomens uit het buitenland
      D
      BNP is het BBP per hoofd van de bevolking

      Slide 8 - Quizvraag

      Slide 9 - Tekstslide

      Welvaart is een subjectief begrip
      Hoe kun je welvaart vergelijken?

      Aanname’s:
      • Als je meer geld hebt, kun je beter voldoen aan behoeften.
      • Niemand in de wereld kan alles doen wat hij zou willen. Als je meer verdient dan veranderen behoeften mee.
      • Neemt je inkomen toe, dan nemen je behoeften ook toe (vaak nemen behoeften sneller toe. Geld maakt niet gelukkig). Elon Musk versus vrouw in Servie.
      • Conclusie: meer inkomen, gelijkblijvende behoeften is meer welvaart. We kijken alleen naar het meetbare deel van welvaart: BBP.


      Slide 10 - Tekstslide

      Slide 11 - Tekstslide

      Slide 12 - Video

      Meetbare welvaart

      • BBP (land niveau)
      • BBP per hoofd van de bevolking (zegt iets beter over de welvaart van mensen)
      • Reëel BBP per hoofd van de bevolking (linkt welvaart aan koopkracht. Koopkracht meet in goederen hoe je aan welvaart voldoet)

      (Hoe is de welvaart in een land verdeeld: Lorenzcurve (24.1, doen we volgende les))

      Slide 13 - Tekstslide

      Naar reeel BBP per capita
      • BBP van landen? Rusland roebels, Nederland euro, Japan Yen
      • BBP per inwoner:  in welke munt?
      • Hoe maak je het BBP nu reëel? Ideeën?
      • Prijzen, wat kun je kopen, bij veranderingen: inflatie! >> koopkracht!
      • Hoe vergelijk je reeel BBP? Zet het om in producten.

      Slide 14 - Tekstslide

      Slide 15 - Video

      aan de slag
      22.12 - 22.15

      Klassikaal











      22.6


      22.8


      22.9


      22.10


      22.11






      Slide 16 - Tekstslide

      Slide 17 - Link

      Slide 18 - Link

      Welvaart meet je in enge zin het verschil
      met ruime zin meet je niet maar merk je wel!

      Slide 19 - Tekstslide

      aan de slag
      Opgaven maken
      22.12, 22.13, 22.14

      Slide 20 - Tekstslide

      Slot
      Wat heb je geleerd?

      Huiswerk?

      Slide 21 - Tekstslide

      Slide 22 - Video