Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H22 les 2 vervolg 2019
BBP en toegevoegde waarde (22, les 2)
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
BBP en toegevoegde waarde (22, les 2)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Introductie
Aan de slag (vervolg vorige les)
Uitleg
weer aan de slag
afronding
Slot
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Begrijpen wat wordt verstaan onder het BBP.
Wat betekent het toevoegen van waarde?
Leerdoelen duidelijk?
Slide 3 - Tekstslide
Doel: meten economieomvang
Welvaart?
BBP?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Tekst
Slide 7 - Tekstslide
cbs: eerste monitor brede welvaart
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Uitleg
toegevoegde waarde = verkoopwaarde productie
min
intermediair verbruik
intermediair verbruik =ingekochte goed./ diensten bij derden
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
aan de slag
22.6 klassikaal
22.8 klassikaal
22.9
22.10
zelfstandig, 10 minuten
hierna klassikaal bespreken
•
22.6
•
22.8
•
22.9
•
22.10
•
22.11
Slide 15 - Tekstslide
Wedstrijd!
Slide 16 - Tekstslide
Wat is BBP?
A
Bruto Buitenlands product
B
Bruto Binnenlands Product
C
Buiten Binnenlands product
D
Geen van deze
Slide 17 - Quizvraag
Welk land heeft hoogste BBP
A
Nederland
B
Roemenië
C
Spanje
D
Luxemburg
Slide 18 - Quizvraag
Waarmee meet je welvaart (in enge zin) het best?
A
BBP
B
BBP per hoofd
C
BRP
D
Aantal gebruiksgoederen per 1000 inwoners
Slide 19 - Quizvraag
Het verschil tussen BBP en BNP is?
A
afschrijvingen
B
van bruto naar netto
C
saldo ontvangen primaire inkomens uit het buitenland
D
BNP is het BBP per hoofd van de bevolking
Slide 20 - Quizvraag
Wat is BBP?
A
Bruto Buitenlands product
B
Bruto Binnenlands Product
C
Buiten Binnenlands product
D
Geen van deze
Slide 21 - Quizvraag
Welk land had in 2018 het laagste BBP?
A
Nederland
B
Roemenië
C
Spanje
D
Luxemburg
Slide 22 - Quizvraag
Welk land had in 2018 het hoogste BBP per capita?
A
Nederland
B
Roemenië
C
Spanje
D
Luxemburg
Slide 23 - Quizvraag
Waarmee meet je welvaart (in enge zin) het best?
A
BBP per capita
B
BBP per hoofd
C
BRP per hoofd
D
Aantal gebruiksgoederen per 1000 inwoners
Slide 24 - Quizvraag
Het verschil tussen Bruto Binnenlands Product en Bruto Nationaal Product wordt gevormd door?
A
afschrijvingen
B
van bruto naar netto te gaan
C
saldo ontvangen primaire inkomens uit het buitenland
D
BNP is het BBP per hoofd van de bevolking
Slide 25 - Quizvraag
Het CBS heeft op 15 mei 2019
A
de eerste welvaartsmonitor gepubliceerd
B
de monitor brede welvaart gepubliceerd
C
de relatie tussen BBP en welvaart gepubliceerd
D
de eerste welvaartsmeting gedaan in Nederland en EU
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
aan de slag
22.6
22.8
22.9
22.10
Zelfstandig, 15 minuten
hierna klassikaal bespreken
•
22.6
•
22.8
•
22.9
•
22.10
•
22.11
Slide 28 - Tekstslide
Welvaart is een subjectief begrip
Hoe kun je welvaart vergelijken?
Aanname’s:
Als je meer geld hebt, kun je beter voldoen aan behoeften.
Niemand in de wereld kan alles doen wat hij zou willen. Als je meer verdient dan veranderen behoeften mee.
Neemt je inkomen toe, dan nemen je behoeften ook toe (vaak nemen behoeften sneller toe. Geld maakt niet gelukkig). Elon Musk versus vrouw in Servie.
Conclusie: meer inkomen, gelijkblijvende behoeften is meer welvaart. We kijken alleen naar het meetbare deel van welvaart: BBP.
Slide 29 - Tekstslide
Meetbare welvaart
BBP (land niveau)
BBP per hoofd van de bevolking (zegt iets beter over de welvaart van mensen)
Reëel BBP per hoofd van de bevolking (linkt welvaart aan koopkracht. Koopkracht meet in goederen hoe je aan welvaart voldoet)
(Hoe is de welvaart in een land verdeeld: Lorenzcurve (24.1, doen we volgende les))
Slide 30 - Tekstslide
Naar reeel BBP per capita
BBP van landen? Rusland roebels, Nederland euro, Japan Yen
BBP per inwoner: in welke munt?
Hoe maak je het BBP nu reëel? Ideeën?
Prijzen, wat kun je kopen, bij veranderingen: inflatie! >> koopkracht!
Hoe vergelijk je reeel BBP? Zet het om in producten.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Welvaart meet je in enge zin het verschil
met ruime zin meet je niet maar merk je wel!
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H22 les 2
Mei 2019
- Les met
29 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H22 les 3
April 2017
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H22
Mei 2016
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H22 les 1
April 2017
- Les met
29 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Kostensoorten Havo H25
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
2020 Les 2
September 2020
- Les met
46 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
2021 week 2
Augustus 2022
- Les met
45 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
2020 Les 4
September 2020
- Les met
55 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6